Rechter handhaaft dwangsommen in zaak over gesloten supermarkt
De rechtbank vindt dat de eerder opgelegde dwangsommen van de eigenaar van het pand in de Voorstraat waar een Poolse supermarkt in zit, gewoon mogen worden geïnd. De eigenaar had de uitbater van de supermarkt voor de rechter gesleept, omdat die de zaak gesloten hield, tegen de afspraken in. Eke dag dat de supermarkt gesloten is en blijft, moet de uitbater 1.000 euro betalen.
Dat heeft de rechtbank bepaald, in een tweede kort geding dat in korte tijd over de kwestie diende.
De ondernemer vond dat de dwangsommen van tafel moesten, zolang een hoger beroep in de zaak nog moet dienen. Hij is het er nog steeds niet mee eens dat hij zijn winkel van de rechter verplicht weer moet openen. Hij zegt daar het geld en het personeel niet voor te hebben en door de verplichte heropening uiteindelijk failliet te zullen gaan.
Bovendien had de ondernemer bijna een compromis met de verhuurder gesloten, maar is dat uiteindelijk op de voorwaarden gestrand. Ondertussen is hij al wel 30.000 euro aan dwangsommen verschuldigd en betaalt hij nog steeds 250 euro per dag, omdat hij zich niet aan het huurcontract houdt.
De winkel is al sinds begin dit jaar gesloten, tot ongenoegen van de Noord-Hollandse verhuurder. Volgens GJH Onroerend Goed is de leegstand slecht voor de waarde en verhuurbaarheid van de winkel en andere panden in de straat.
Verzoek hogere dwangsom afgewezen
De rechter bepaalde halverwege augustus dat de winkel weer open moest, maar de deuren bleven tot nu toe gesloten. De verhuurder vond dat de dwangsommen 'als extra prikkel' daarom wel wat verder mochten worden opgeschroefd, naar 2500 euro per dag, met een maximum van 60.000 euro.
Maar de rechter gaat daar niet akkoord mee, omdat de huurder naast de dwangsommen ook nog 250 euro per dag aan boete aan de pandeigenaar betaalt. Een extra, hogere dwangsom zou de supermarktondernemer volgens de rechter in onevenredige financiële problemen brengen.
Eerder al deal
De rechter noemde het eerder deze maand jammer dat de zaak zo hoog is opgelopen, omdat er eigenlijk in een eerder stadium al een schikking lag. Afgelopen juli zou de winkelier de inventaris van zijn zaak, zoals koelkasten, verlichting en snijmachine, overdragen aan de verhuurder. Ook zou hij de resterende maanden betalen, met daarbovenop drie maanden huur extra.
Deze deal liep uiteindelijk spaak, omdat de verhuurder niet tevreden was over de staat van de winkelinventaris. Op de vraag of dit wel of niet terecht was, doet de kortgedingrechter geen uitspraak. Om dit uit te vechten, zullen de beide partijen eventueel een nieuwe rechtszaak moeten aanspannen.
Een hoger beroep over de verplichte heropening van de winkel aan de Voorstraat dient eind volgende maand in Leeuwarden.
Dit bericht kwam tot stand in samenwerking met Omroep Flevoland.