Skip to main content

'Het water blijft ons verrassen' – en dat betekent keuzes maken

29 maart 2022
Theo van Rhijn

Lelystad moet bij zijn groeiplannen terdege rekening houden met de gevolgen van het nog steeds inklinken van de Flevolandse bodem, zeker in combinatie met de klimaatverandering. Zo zal er meer ruimte moeten zijn voor wateropslag en kan buitendijks bouwen een probleem worden. Dat geldt overigens voor alle plaatsen met dergelijke grootschalige plannen, waaronder Almere.

Dat zegt de Flevolandse dijkgraaf, Hetty Klavers, die als hoofd van het waterschap, Waterschap Zuiderzeeland, verantwoordelijk is voor het waterbeheer in het gebied. Klavers was maandagavond de gast in het programma ‘Van Rhijn praat bij met…’ op Radio Lelystad. “Het besef is er dat je niet meer zomaar alles overal kunt doen.”

Nu al zijn de gevolgen van de bodemdaling zichtbaar. Burgers merken het aan hun tuinen, maar boeren – met name in de Noordoostpolder – moeten soms ook hun bedrijfsvoering aanpassen. En dan is er de schade aan infrastructuur, zoals verzakken van wegen en breken van leidingen. De huizen blijven overigens wel staan: de funderingen zijn erop berekend.

Daarbij komt de verwachting dat er aan de ene kant regenperiodes zullen zijn met veel meer neerslag en zware buien dan we gewend waren en aan de andere kant periodes met meer droogte. Dat betekent dat er meer ruimte moet komen waar dat water in een natte periode heen kan en dan voor een droge periode kan worden bewaard. Daar komen ook de bezwaren in beeld tegen buitendijks bouwen. Klavers: “Als dat de zoetwaterreservoirs Markermeer en IJsselmeer erg aantast, ben ik daar niet blij mee.” Overigens merkt ze wel op dat die meren niet onder het waterschap vallen.

De oorzaken verschillen per regio, maar ook elders leeft de zorg voor wat het water gaat doen. Dat betekent dat waterschappen de komende tijd van het rijk een zwaardere stem krijgen in de ruimtelijke ordening. Nu al worden plannen onderworpen aan de zogenoemde watertoets. Die is een advies, maar zou dwingend kunnen worden. Klavers is echter terughoudend. “Nee zeggen is niet wat we willen. We proberen niet in die positie te komen.” Ze heeft overigens wel de indruk dat er op stadhuizen en bij andere betrokken organisaties naar haar waarschuwingen wordt geluisterd.

Al bij het ontwerp van de polders was bekend dat de bodem zou zakken. Dat komt doordat er water uit bodemlagen wordt geperst. Maar het proces gaat langer door dan was verwacht. En daar komen nu dus die weersveranderingen bij. De dijkgraaf: “Het weer blijft ons verrassen, het water blijft ons verrassen.”

Technisch is zoiets altijd op te lossen, maar toch ‘zullen we moeten zeggen dat we niet alles kunnen fixen’, aldus Klavers. “Geef ingenieurs – en ik ben er een – een vinger en ze nemen de hele hand. Maar de vraag is wat het kost.”

{jcomments on}