Skip to main content

Wethouder Rinze Broekema: “Een duwtje in de goede richting geven”

25 november 2022
Kees Bakker

In een serie radio-interviews en artikelen stellen de nieuwe wethouders in Lelystad zich de komende tijd voor. Want op 6 juli is de nieuwe ploeg dan weliswaar geïnstalleerd, maar wie zij zijn en wat ze doen zal niet iedere Lelystedeling scherp op het netvlies staan. Rinze Broekema is de vierde in de rij.

Groningse Rotterdammer

Rinze Broekema is geboren en getogen in de provincie Groningen, maar woont nu nog in Rotterdam. “Ik ben 36 jaar oud, getrouwd met Anneriet en vader van drie kinderen, waarvan de derde nog onderweg is. We wonen nu nog in Rotterdam, maar we zijn van plan te verhuizen, dat is al bijna rond. Ik ben in Lelystad aan de slag gegaan omdat ik mijn talenten wil inzetten voor de mensen om me heen, omdat ik de wereld ietsjes mooier wil maken. Dat zijn hoogdravende idealen, dat weet ik, maar dat kan op zo’n plek als wethouder. Ik ben de afgelopen jaren actief geweest als adviseur van twee bewindspersonen in Den Haag, eerst voor een staatssecretaris en daarna voor een minister. Ik zag hen aan het werk en ik zag wethouders bij ze aan tafel komen zitten voor overleg, en toen dacht ik: ‘Dat werk als wethouder is een heel mooie plek om het verschil te maken’. Een tijdje terug begon dat weer te kriebelen en dacht ik ‘Misschien moet ik dat zelf eens gaan proberen’. En toen is Lelystad op mijn pad gekomen, dat is een match geworden van beide kanten en daarom zit ik nu hier.”

Vinger opgestoken

Dan is de vraag natuurlijk: hoe komt in Rotterdam Lelystad op je pad? “Dat is eigenlijk best eenvoudig. Ik heb gewerkt voor twee bewindspersonen die van de ChristenUnie zijn. Dat verklaart al iets over mijn politieke achtergrond. Ik heb dus binnen mijn eigen partij mijn vinger opgestoken en gezegd; ‘Als iemand ergens een wethouder zoekt, weet dan dat ze me mogen bellen, dan gaan we gewoon het gesprek aan’. Ik heb er wel bij gezegd: ‘vooral gemeenten die een bepaalde omvang hebben, zijn voor mij interessant om mee te gaan praten’. Je moet mij niet vragen wethouder te worden in een saaie provinciestad of dorp. En het liefst op thema’s die te maken hebben met de zorg. De fractie van de ChristenUnie in Lelystad heeft zich ook gemeld bij de partij en de partij heeft ons gematcht. We zijn toen gaan praten. Eerst met de fractie, daarna met de selectiecommissie van de gemeenteraad, die namens de gemeenteraad wethouders zochten, en toen hebben ze mij gekozen.”   

Beeld van Lelystad

Hoe kijkt een geboren Groninger in Rotterdam tegen Lelystad aan? Als hij anderhalf jaar gelden zou zijn gevraagd naar zijn associatie met Lelystad, wat zou hij dan hebben gezegd? “Dan zou ik hebben gezegd dat Lelystad de plaats is waar we altijd eventjes wisselden van chauffeur. Als we naar mijn familie in Groningen gaan wisselen we vaak in Lelystad bij het tankstation even van stoel. Dat zegt ook gelijk dat ik Lelystad verder niet echt kende. Ik weet wel dat het een stad is met een relatief jonge geschiedenis, een stad met de nodige uitdagingen de afgelopen decennia, maar ook een stad met kansen. En dat het mooi centraal ligt in Nederland, midden in het groen.”

Kwam hij Lelystad ook in Den Haag wel eens tegen? “Ja, en dan ging het altijd over twee dingen. Of over het vliegveld; nou hadden mijn bewindspersonen daar niet direct mee te maken. Of over het ziekenhuis, dat natuurlijk een tijd gesloten was, in ieder geval in de vorm zoals we het voorheen kenden. Ik werkte voor Paul Blokhuis, de staatssecretaris van Volksgezondheid, die niet direct met het ziekenhuis bezig was. Dat was zijn collega Bruno Bruins. Maar ik zag wel van dichtbij hoe Bruins met zijn ambtenaren met het ziekenhuis in de weer was en wat voor impact dat had op de inwoners van Lelystad.”

Verschillen landelijk en lokaal

Broekema heeft als adviseur van eerst Blokhuis en later minister Carola Schouten dicht op de Haagse politiek gezeten. Wat zijn de verschillen tussen de Haagse politiek en de lokale politiek in bijvoorbeeld Lelystad?  “Wat anders is, is dat het dichter bij de mensen staat. Dat is een van de redenen waarom ik ook zo graag als wethouder aan de slag wilde gaan. In Den Haag ben ik vijf jaar bezig geweest met heel grote thema’s, die ook wel impact hebben op mensen, maar de mensen achter die thema’s zie je maar zelden bij je achter de tafel zitten. Hier kom ik ze elke dag tegen. Ik kan op mijn fiets stappen op bezoek gaan.”

“Een ander verschil is dat ze in Den Haag ook wel heel druk met zichzelf bezig kunnen zijn, al kunnen ze dat op lokaal niveau ook, is me wel eens opgevallen. En dat in beide gevallen de kiezer denkt ‘Ik wil dat je gewoon het land of de stad bestuurt en wat minder met elkaar bezig bent’.”

“Weer een ander verschil is dat je landelijk toch iets meer ruimte hebt. Stel, je hebt een bepaald probleem. Dan heb je landelijk niet iets meer diepe zakken dan lokaal. Als hier het geld op is, is het op. Landelijk heb je iets meer de mogelijkheid op de pof oplossingen te financieren. Dat kan lokaal echt niet.”

Recept voor Den Haag

Dat met zichzelf bezig zijn, is dat een van de dingen waar je het verschil in wilt maken? “Ja. Toen ik gebeld werd door Lelystad met de vraag of ik namens mijn partij een van de kandidaten wilde zijn, legden ze me uit wat het plan was hier: een raadsakkoord en een selectiecommissie van de gemeenteraad, die namens de gehele raad wethouders uitkiest, die dan ook namens de gehele raad gaan werken, dus niet meer namens een partij. Ik dacht toen eerst: ‘Zijn ze knettergek geworden daar in Lelystad? Dat gaat toch helemaal niet werken?’ Maar toen ik de telefoon had neergelegd, bleef het toch in mijn hoofd zitten. Ik had niet gelijk nee gezegd, zo slim was ik dan ook wel weer. En toen ging ik er over nadenken: ‘Als dit werkt, zou dat ook een recept voor Den Haag kunnen zijn’. Nou is er nog een hele weg af te leggen, hoor, tussen Lelystad en Den Haag, voor ze zover zijn daar ook zo te gaan werken. Maar het is, dacht ik, wel iets waarbij ik betrokken wil zijn. Want je zit hier om het goede te doen voor de inwoners, niet om met elkaar bezig te zijn. Daar hebben inwoners een broertje dood aan, die zijn er ook niet mee geholpen. En daar liep ik na vijf jaar Den Haag toch wel een beetje tegenaan.”

“Kijk, of het gaat lukken, weet ik nog niet zeker. Tot nu toe zitten we in een goede flow, maar we zullen ook nog wel een keer echt getest worden en dan is het toch de kunst hoe college en raad elkaar vast weten te houden om het goede te doen voor Lelystad.”

Voor- en nadeel

Voelt Broekema het als een voordeel dat hij niet uit Lelystad maar ‘van buiten’ komt? “Ja, maar daar zit ook gelijk een nadeel aan. Ik heb hier met niemand een geschiedenis, dus ook geen vervelende geschiedenis. Maar ik moet sommige dingen ook echt nog ontdekken. Hoe werken de mensen in de gemeenteraad, wat vinden ze belangrijk, waarvoor mag je ze ’s ochtends wakker maken, waarvoor zitten ze in de politiek? Als ik dat weet, kan ik ook beter begrijpen waarom ze bepaalde dingen doen of iets van mij verlangen, en wat ze willen bereiken met de stad.”

Verhuizen geen groot issue

Verhuizen naar Lelystad: was dat een zware kluif binnen het gezin, of stond iedereen te trappelen? “Nou, ze wisten al dat ik bezig was een mooie plek te zoeken waar ik wethouder zou kunnen worden. En ik hoefde ook niet elke plek aan ze voor te leggen. Nou ja, ik zeg ‘ze’, maar mijn kinderen zijn drie en één, dus die hebben we niet echt meegenomen in dit proces. Maar mijn vrouw werkt in Rotterdam en zal dat ook blijven doen voorlopig, deels digitaal. Zij houdt er toch ook een reistijd aan over. Veel verder dan Lelystad had ik niet hoeven voor te leggen.” Groningen was dus ‘out of the question? “Nou, dat had ik dan ook nog wel gedurfd, omdat ik daar geboren en getogen ben, maar met Leeuwarden bijvoorbeeld had ik niet hoeven aan te komen.”

“Maar ik zou ook geen plek hebben uitgekozen waar ik zelf niet zou willen wonen met mijn  gezin. En Lelystad is een prachtige plek om te wonen, met veel groen en veel speelplekken speelgelegenheden. Ik zag me hier welk zitten met mijn gezinnetje.”

Brede glimlach

Dan is de vraag hoe het tot nu toe bevalt in Lelystad. “Heel erg goed. Ik stap echt elke dag met een brede glimlach het stadhuis binnen, daar betrapte ik mezelf laatst op. Er is een fijne samenwerking binnen het college, ik heb goede ambtenaren en een goede klik met ze. En wat ik heel leuk vind is om op mijn leenfietsje de stad in te gaan, op bezoek bij organisaties, om te praten over waar mijn werk hun leven raakt.”

Is hij daar nog voor verrassingen komen te staan? “Nou een van de zaken in mijn portefeuille is de jeugdzorg, en ik merk dat we daar nog echt wel de nodige uitdagingen hebben. Die uitdaging is wel echt heel groot, daar is nog veel werk te doen samen met alle gemeenten in deze provincie.”

Uitdaging gezondheidsbevordering

Wat zijn de verdere uitdagingen in zijn portefeuille? “Er zijn drie dingen die me zo te binnen schieten. Ten eerste zou ik heel graag willen dat we werk gaan maken van gezondheidsbevordering. Ik ben daar in mijn tijd met Paul Blokhuis ook al mee bezig geweest. Daar is al een hele beweging gaande in Nederland, maar ik zou daar graag nog een schepje bovenop willen doen. Samen met de instellingen en de inwoners in de stad, want ik heb niet de illusie dat je dat vanuit het stadhuis kunt doen. Als we daarmee kunnen zorgen dat mensen langer leven, gezonder leven en dat de gezondheidsverschillen afnemen tussen mensen in de stad, zou ik daar echt heel blij van worden. Want de levensverwachting van een kind dat geboren wordt in de ene wijk is anders dan die van een kind in een andere wijk. Dat heeft alles te maken met je gezondheid en dat is al zo als je nog in de buik van je moeder zit. Wat je dan al aan kansen meekrijgt, ik zou graag willen dat dat overal even groot was.”

Uitdaging eenzaamheid

“Verder zou ik heel graag werk willen maken van de bestrijding van eenzaamheid. Het raadsakkoord heeft me daar al een duidelijke opdracht gegeven en de financiële middelen. Bij eenzaamheidsbestrijding heerst toch vaak het stereotiepe beeld dat het om ouderen gaat, maar ik wil dat het over iedereen gaat. We hebben in coronatijd gezien dat jonge mensen eenzaamheid kennen, maar ook mensen die zogezegd in de kracht van hun leven staan of een gezin hebben kunnen ondertussen heel erg eenzaam zijn. Dat is iets waarvan we als samenleving, met z’n allen, moeten zien hoe we daarmee om kunnen gaan. Hoe we mensen minder of het liefst helemaal niet eenzaam kunnen laten zijn.”

Uitdaging vrijwilligers

“Een derde onderwerp zijn de vrijwilligers. Het aantal vrijwilligers is in coronatijd gedaald, omdat een hoop gestopt zijn en niet weer terugkeren. En dat is jammer, want vrijwilligers zijn de ruggengraat van onze lokale samenleving. Zij maken heel veel dingen mogelijk die anders niet gebeuren. Zij zien om naar mensen naar wie anders niet omgekeken wordt. Of een sportvereniging of hospice draait er beter door. Dus daarom zou ik wel heel graag, met de samenleving, zorgen dat we de vrijwilligers die we hebben ook behouden en het liefst nog iets uitbreiden. Jong en oud, een paar uur per dag of een paar uur per maand, maakt niet uit.”

“Het zijn allemaal grote onderwerpen, dat klopt. Het zijn ook zaken die niet eenvoudig op te lossen zijn. Maar dat betekent niet dat je er niet aan moet beginnen. Als je een stip aan de horizon zet, in 2030 of 2040, zijn er nog heel wat stappen te zetten. Ik heb bijvoorbeeld niet de illusie dat we over vier jaar allemaal in Lelystad op een gezond BMI zitten of voldoende bewegen. Maar ik zou als wethouder gezondheid ook geen knip voor de neus waard zijn als ik niet zou proberen het een duwtje in de goede richting te geven.”

Via deze link kunt u luisteren naar de uitzending met Rinze Broekema, inclusief de muziekkeuze van de wethouder.

Geplaatst op 25 november 2022.

{jcomments on}