Skip to main content

Verdachte van mishandeling en aanranding vrijgesproken

23 november 2021
Kees Bakker

Een 19-jarige Lelystedeling is door de rechtbank vrijgesproken van mishandeling en wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken van een poging tot aanranding. Beide feiten hebben plaatsgevonden in augustus vorig jaar, maar er is onvoldoende zekerheid dat de verdachte inderdaad de dader was.

Twee aangiftes

Eind augustus deden op dezelfde dag twee personen aangifte bij de politie. De één zei te zijn mishandeld, wat ook door een getuige gezien was, de ander was op bijna dezelfde plek die dag lastiggevallen door een man die haar wilde aanranden.

In beide zaken kwam de toen 18-jarige als verdachte naar voren. In het onderzoek naar de mishandeling worden het slachtoffer en de getuige gehoord, maar vindt geen ‘meervoudige fotoconfrontatie’ plaats. Daarbij worden slachtoffer en getuigen meerdere foto’s getoond, waarbij zij moeten zeggen of de verdachte daarbij zit.

In de aanrandingszaak vindt wel een fotoconfrontatie plaats, maar dan een enkelvoudige: de politie laat enkel de foto van de verdachte zien. In een tussenvonnis in juni dit jaar zei de rechtbank al daar zeer verbaasd over te zijn. Bij aanrandingszaken vindt meestal een meervoudige fotoconfrontatie plaats.

Alsnog fotoconfrontatie

In dat tussenvonnis besloot de rechtbank dan ook dat die meervoudige fotoconfrontatie alsnog moest plaatsvinden. Die heeft plaatsgevonden en daarbij herkenden het slachtoffer en de getuige de 19-jarige niet als dader. Daarom volgde er in die zaak vrijspraak.

Omdat in de aanrandingszaak alleen de enkelvoudige fotoconfrontatie is uitgevoerd en de rechtbank die verklaring van het slachtoffer wel als betrouwbaar ziet, maar er verder geen ondersteunend bewijs is, wordt de 19-jarige in die zaak vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.

Toezicht OM

De rechtbank dringt er bij het Openbaar Ministerie op aan dat die goed toeziet dat ‘fotoconfrontaties door de politie zo zorgvuldig mogelijk worden uitgevoerd. Ze kunnen van essentieel belang zijn bij de bewijsvoering.’

{jcomments on}