Waterschap mag Natuurmonumenten niet aanslaan voor Marker Wadden: strop
Waterschap Zuiderzeeland loopt tegen een financiële strop aan die in het uiterste geval kan oplopen tot anderhalf miljoen per jaar doordat Natuurmonumenten geen waterschapslasten hoeft te betalen voor buitendijkse gebieden die in water van het Rijk liggen, en dat kan enige gevolgen hebben voor burgers, boeren en bedrijven.
Het gebied waarvoor Zuiderzeeland heffingen mag uitschrijven, is volgens het gerechtshof in Leeuwarden veel kleiner dan de organisatie zelf aannam. Dat betreft onder meer de Marker Wadden. De natuurbeheerdeer heeft in hoger beroep bij het hof gelijk gekregen. Dat gaat om 70.000 euro per jaar, maar de strop kan oplopen tot 1,5 miljoen, als blijkt dat ook een aanslag voor het Rijk zelf onterecht is. Die heffing wordt tot nu toe wel betaald.
Of het echt zo'n gat wordt, is nog niet zeker. Het waterschapskantoor aan de Visarenddreef in Lelystad laat nog onderzoeken of de invoering van de Omgevingswet, begin dit jaar, gevolgen heeft voor de uitspraak van de rechter. In die wet zou namelijk staan dat het waterschap met ingang van dit jaar wel het beheer over de betwiste gebieden heeft. Dat geldt in elk geval voor wat betreft de bestrijding van muskusratten, aldus Zuiderzeeland, dat is vastgelegd in een ministeriële regeling.
1,5 procent
Maar als ook dat niets oplevert, kan dat betekenen dat de waterschapslasten voor onder anderen de burgers iets omhoog moeten. Gezien de aard van het werk van waterschappen, waarbij onder meer de veiligheid in het geding is, is sterk bezuinigen moeilijk. Overigens is ook die maxiamale strop niet meer dan 1,5 procent van de totale begroting van het Flevolandse waterschap. Dat liet eerder echter weten de tarieven volgend jaar toch al te moeten verhogen. Maar omdat de bedragen voor 2025 al zijn vastgesteld, gaat een eventuele verhoging vanwege deze uitspraak op zijn vroegst in in 2026.
Dit bericht kwam tot stand in samenwerking met Omroep Flevoland.