Boswachter mag paarden niet meer laten grazen bij stekelige grote klis
Omdat konikpaarden in het Oostvaardersveld tranende ogen, oogontstekingen en oogletsel kunnen oplopen door de begroeiing, mag Staatsbosheer ze daar niet meer laten grazen. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bepaald en daarmee is een einde gekomen aan een al jaren lopende procedure, in gang gezet door Stamina, de Stichting Aanpak Misstanden Natuurbeheer.
Boosdoener is een plant, de grote klis. Die produceert zaadbollen die zich voor hun verspreiding aan vachten van zoogdieren hechten. Konikpaarden kunnen daardoor irritaties aan hun ogen oplopen, erkent Staatsbosbeheer. Dat zou slechts in beperkte mate zijn en zich normaal gesproken beperken tot tranen, maar ernstige klachten uitsluiten kunnen de beheerders niet.
Het college staat op het standpunt dat daarmee de wet wordt overtreden. De paarden in de Oostvaardersplassen, waar het gebied onder valt, zijn gehouden dieren, een juridische categorie waarvoor een wettelijk geregelde zorgplicht geldt. Die regels zeggen onder meer dat een gebied niet als weiland mag worden gebruikt als het tot gezondheidsproblemen kan leiden en het Oostvaardersveld valt daaronder. Dat het hier om een natuurlijk proces gaat, is daardoor niet van belang.
Staatsbosbeheer heeft aangekondigd te gaan kijken of het afdoende is als de gewraakte plant wordt gemaaid. Dat gaat gebeuren na het broedseizoen en voordat de grote klis zaad krijgt.
Het CBb is de hoogste rechter op het gebied van dierenwelzijn. Het Oostvaardersveld is het gebied ten zuiden van de Knardijk tussen de spoorlijn en de vaart. Stamina is een organisatie die in de gaten houdt of natuurbeheerders voldoende letten op dierenwelzijn.