Rekenkamer: stadhuis is wat losjes met begrip 'geheim'
Dramatisch is het niet, maar het stadhuis van Lelystad lijkt soms wat te voortvarend bij tot geheim verklaren van stukken. Dat zegt de Rekenkamer Lelystad, een orgaan dat onafhankelijk van de raad of het college het beleid toetst op rechtmatigheid en effect.
De kamer heeft de geheimhoudingsdossiers uit de periode 2018 tot 2022 tegen het licht gehouden. Over het algemeen ging het wel goed, is het oordeel, maar er vielen wel een paar dingen op, en die kunnen 'het democratische proces hebben belemmerd'. Zo zou soms een heel dossier tot geheim worden gemaakt, terwijl dat slechts voor een deel nodig was. Ook zijn niet alle betrokken ambtenaren even goed op de hoogte van de regels. Soms, aldus de rekenkamer, wordt heel snel tot geheimverklaring beslist en worden daarna bij die beslissing de bestuurlijke argumenten gezocht. Daarbij werden raadsleden niet altijd voldoende ingelicht.
Een en ander komt mede doordat er geen eenheid is, er is geen centraal register en er zijn geen duidelijke ambtelijke instructies. Die moeten er dus komen, vindt de kamer. Die adviseert verder de kennis van de ambtenaren en de gemeenteraad over geheimhouding te vergroten door cursussen en workshops, en raad en college er periodiek over te laten overleggen.
Lelystadse raadsleden ervaren weinig hinder en geheimhouding wordt slechts beperkt toegepast, gemiddeld op ongeveer tien dossiers per jaar, is de slotsom. De gebruikte gronden en motiveringen lijken voornamelijk in lijn te zijn met wet- en regelgeving, wat wijst op een overwegend rechtmatig en proportioneel geheimhoudingsbeleid. Toch kunnen de tekortkomingen in de onderzochte periode het democratische proces dus hebben belemmerd. Raadsleden kregen vaak onvoldoende informatie om geheimhoudingsbesluiten adequaat te beoordelen en er was beperkt zicht op welke stukken geheim werden gehouden.
Daarnaast: het lekken van geheime informatie bemoeilijkte ook het democratische proces en vormde een risico voor de gemeente.
De exacte invloed op de taken van de raad en de implicaties voor de kwaliteit van het bestuur zijn echter niet nauwkeurig vast te stellen, concluderen de onderzoekers.