Skip to main content

Rapport Rekenkamer over jeugdzorg is vooral hard over gemeenteraad

09 september 2021
Kees Bakker

De Rekenkamer heeft op verzoek van de gemeenteraad het functioneren van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders rond de Jeugdzorg onderzocht. Over de periode 2014 tot november 2020 is de besluitvorming rondom dit onderwerp bekeken. De bevindingen van de Rekenkamer zijn keihard, met name voor de gemeenteraad: ‘Diverse betrokkenen hebben vele fouten gemaakt. Deze fouten werden vooral veroorzaakt door een gebrek aan duidelijke en concrete keuzes van het gemeentebestuur.’

De Rekenkamer is een onafhankelijke instantie die de effectiviteit en besluitvorming van en rond gemeentelijk beleid onderzoekt. De gemeenteraad verzocht de Rekenkamer in november van het vorige jaar onderzoek te doen naar de Jeugdzorg in Lelystad. Daar worden al jaren forse tekorten op geleden, mede omdat gemeenten er te weinig geld voor krijgen van het Rijk. De gemeenteraad twijfelde ook aan net handelen van eerdere wethouders en colleges op dit dossier.

Het onderzoek van de Rekenkamer is echter hard voor zowel de eerdere colleges als de gemeenteraad zelf. ‘Gedurende de onderzochte periode verliep de samenwerking omtrent jeugdhulp niet altijd goed: diverse betrokkenen hebben vele fouten gemaakt. Deze fouten werden vooral veroorzaakt door een gebrek aan duidelijke en concrete keuzes van het gemeentebestuur. Daardoor ontspoorde de uitvoering van de jeugdhulp in Lelystad. Er is niet één partij geweest die duidelijk de overhand heeft gehad in dit ‘systeemfalen’,’ concludeert de Rekenkamer

‘De gemeenteraad stelde te abstracte en veelomvattende kaders, die daardoor niet altijd goed uit te voeren waren door college, ambtelijke organisatie en zorginstellingen,’ zegt de Rekenkamer. Als er dan dingen misgingen, greep de gemeenteraad hard en rigoureus in, zonder daarbij een duidelijk doel voor ogen te hebben van hoe het dan wel moet. Ook werden de uitvoerenden in de jeugdzorg, de instanties die met kinderen met prblemen werjte, daar te weinig bij betrokken.

De Rekenkamer stelt ook dat wantrouwen tussen het college en de gemeenteraad en de gespannen verhoudingen tussen gemeenteraadsfracties onderling er aan bijdroegen dat er geen oplossing werd gevonden voor de ontstane problemen.

De Rekenkamer komt met een tiental aanbevelingen. Zo moeten er duidelijkere en beter toetsbare afsrpaken worden gemaakt met de uitvoerders in de jeugdzorg, waaronder het net opgericht JEL (Jeugd Lelystad). Instanties die werken binnen de jeugdzorg moeten ook meer worden betrokken bij het tostandkomen van het beleid. De gemeenteraad moet verder haar controlerende taak beter oppakken, maar dat moet niet elke keer leiden tot rigoureuze ingrepen. ‘Ingrijpen moet in het teken staan van het oplossen van geconstateerde problemen, niet in het afrekenen met het verleden.’

{jcomments on}