De ombuigingen, deel 6: tientje OZB gemiddeld levert een dikke 3 ton op
De gemeente staat voor een flinke bezuinigingsopgave, op het stadhuis aangeduid als ‘ombuigingen’. Volgend jaar moet er zo’n 5 miljoen euro worden gekort, het jaar erna zelfs 17 miljoen euro. Vandaar dat het college van burgemeester en wethouders een aantal mogelijke bezuinigingen voorlegt aan de gemeenteraad, zodat daar na de zomer een keuze uit kan worden gemaakt. Die voorstellen zijn door het college onderverdeeld in ‘mogelijke’, ‘niet aan te raden’ en ‘af te raden’ voorstellen. In een serie behandelt Radio Lelystad enkele van de voorgestelde bezuinigingen.
Vandaag deel 6: de onroerendezaakbelasting
Uit de categorie ‘de inkomsten verhogen’; de OZB, de onroerendezaakbelasting. In zijn algemeenheid geldt dat 1 procent verhoging leidt tot 134.000 euro aan extra inkomsten voor de gemeente. Voor een woning met een waarde van 322.000 euro, het Lelystadse gemiddelde, betekent dat per jaar 3,84 euro meer aan OZB. Het college heeft voorstellen voorbereid voor het verhogen van de OZB met 2,5, 5, 7,5 of 10 procent, maar gaat zelf voor de 2.5 procent. Dat levert jaarlijks 335.000 extra op. Het kost de gemiddelde huizenbezitter een kleine 10 euro per jaar extra. Lelystad daalt daarmee wel op de lijst van woonlasten (OZB, rioolbelasting en afvalkheffing) : landelijk staat Lelystad nu op plek 280, waarbij plek 1 de goedkoopste en plek 345 de duurste gemeente is. Maar er zullen in de komende jaren zeker meer gemeenten zijn die de OZB gaan verhogen. Een verhoging van 5 procent levert 670.000 euro extra op, 7,5 procent 1.000.500 euro en bij 10 procent wordt de lokale schatkist met 1,34 miljoen euro per jaar extra gespekt. Het college ziet de 2,5 procent verhoging als een mogelijke ombuiging.