Afscheid van een straatmuzikant met een verhaal
Misschien heb je hem de afgelopen weken gemist, Saïd de straatmuzikant van Lelystad. Sommige mensen kennen hem ook wel als Charley. Hij is er niet meer. Saïd Fadaey overleed 30 januari, vermoedelijk aan een hartaanval, 54 jaar oud. Vorige week was zijn uitvaart, met dinsdag een herdenking in de aula van evangelische kerk De Pijler. Hij is de dag daarop begraven in Limburg, waar zijn familie woont - het Nederlandse deel daarvan dan, het gaat om Iraanse vluchtelingen.
"Veel mensen in Lelystad kennen hem als de zingende man met gitaar, mondharmonica en hoed. Volgens mij deed hij dit niet eens om iets ervoor te krijgen, maar meer om zich te uiten en in contact te komen met mensen," zegt straatpastor Charissa Kok, die hem kende en zijn uitvaart heeft voorbereid. Saïd was trots op zijn muziek en een beetje bekendheid vond hij wel leuk, weet Kok. Hij maakte er ook opnamen van, die hij graag met anderen deelde.
En verder hoorde hij in het straatbeeld, de laatste tijd in zijn scootmobiel, de periode daarvoor op een driewieler. "Er zat altijd van alles in zijn mandje; eten, drinken, spullen die hij daar ook verzamelde en mij viel op dat hij graag citroenen en limoenen, zo uit de hand at." Hij had een reeks plekken: Binnenin, naast de WE, voor Lelystad Repair, de Jumbo in de Voorstraat, de maatschappelijke instellingen in de Waterwijk en De Pijler.
Een dankbaar mens, zo omschrijft Kok hem; dankbaar ondanks zijn geschiedenis en zijn gezondheid. Hij had gevochten in de oorlog Iran-Irak en leed aan een oorlogstrauma. "Al van kinds af aan heeft hij daar gruwelijke beelden gezien, vreselijke dingen meegemaakt." Hij heeft daar de rest van zijn leven last van gehad, wat hij, zoals de straatpastor het uitdrukt, 'op verschillende manieren heeft willen verdoven'. Maar, voegt ze daaraan toe, hij kon ook genieten van kleine dingen en velen hebben ook van hem genoten.
De vluchteling Saïd Fadaey kwam via het azc in Dronten terecht in Lelystad. Tussendoor woonde hij nog een jaar bij een echtpaar in Dronten. In Lelystad kreeg hij na een periode begeleid wonen een eigen huis. Hij werkte een tijd in een bierbrouwerij en daarna via Concern voor Werk.
Saïd is in Dronten christen geworden, hij is daar gedoopt bij de evangelische gemeenscha Shekina. In Lelystad ging hij dus geregeld naar De Pijler, het laatste jaar kwam hij er bijna elke week, zegt Kok. "Hij kwam dan op tijd de kerk in, kreeg er z’n bakkie koffie en er was één beheerder bij wie hij altijd een eigen KAN koffie kreeg. Daarna gaf hij gelijk wat geld voor de collecte en probeerde in de stilteruimte de kerkdienst op scherm te bekijken. De grote zaal vond hij waarschijnlijk te groot of te druk. De laatste tijd viel hij tijdens het kijken in slaap."
Hij was eenzaam en dat verklaart ook dat hij vaak mensen belde, ook vroeg in de ochtend of laat in de avond, denkt Kok. "Wat ik erg kon waarderen aan Saïd: hij was gewoon totaal zichzelf. Geen masker, geen arrogantie, geen opsmuk en heel open en ontvankelijk naar andere mensen toe. Echt een diepgaand gesprek voeren, was de laatste tijd wat lastiger; maar het er zijn voor hem en met hem zijn kon heel goed."
Kok verspreidde een gedicht dat volgens haar heel treffend beschrijft wie Saïd was:
Saïd belevend
Rondrijdend, praatje makend
Gitaar spelend, gezeur stakend
Beeldbepalend, achterblijvend,
Koffie drinkend, beetje kijvend
Liefde gevend, liedje sturend
Benauwd hebbend, pijn verdurend,
Kerk bezoekend, verleden verdovend,
Twijfels kennend, in God gelovend,
Naam onthoudend, ‘Hoe gaat het?’ vragend,
Ruimte vullend, de mens behagend,
Leegte achter latend.
(Geschreven door Edwin Kok)
Gepolaatst op 16 februari 2024.
{jcomments on}