Het elf meter hoge kunstwerk Gelede Pagode midden in de stationshal van Lelystad dreigt te worden gesloopt. Volgens de NS is er nu te weinig ruimte tussen het kunstwerk en de toegangspoortjes en wordt het daarom op 15 september afgebroken. Erfgoedvereniging Heemschut en de erven van kunstenaar Jan Jacob Mulder verzetten zich daar fel tegen.

Volgens Heemschut en de erven is sloop niet nodig. “Verplaatsing van het kunstwerk of van de toegangspoortjes zou het probleem oplossen,” zegt directeur Karel Loeff van Heemschut. “De stationsmanager houdt vol dat er geen alternatieven zijn, maar dat bestrijden wij.” 

De dreigende sloop komt op een ongelukkig moment. Station Lelystad is net voorgedragen als mogelijk Rijksmonument, als een van de belangrijkste voorbeelden van de architectuur na 1965. “Het zou een smet zijn op dit historische werk als meteen een uniek onderdeel verdwijnt,” vindt Heemschut.

De erven en Heemschut doen een beroep op de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de gemeente Lelystad en bureau Spoorbouwmeester om in te grijpen. De NS zegt alleen met de erven te willen praten.

De Gelede Pagode bestaat uit twee delen: een golvende onderconstructie en een strakke piramidevorm erboven, deels paars geschilderd. Kunstenaar Mulder liet zich daarbij inspireren door oosterse tempelbouw, symbool voor rust en meditatie, een contrast met de drukke stadsomgeving.