Man moet 2,5 jaar de cel in voor verkrachtingen tiener in 2007

Een 37-jarige Lelystedeling is veroordeeld tot dertig maanden omdat hij tussen maart en juli 2007 een destijds 15-jarig meisje meerdere malen heeft verkracht.

Het meisje heeft in juli 2019 aangifte gedaan. Ze kampte al een flinke tijd met de psychische en fysieke gevolgen van de verkrachtingen, waarbij ook twee keer een vriend van de verdachte meedeed aan de seks.

Niet wederzijds

De advocaat van de man sprak tegen dat sprake was van verkrachting. Volgens haar hadden hij en het meisje een relatie en was sprake van wederzijdse instemming. De rechtbank verwerpt dat verweer. Ten eerste is de vrouw in haar aangifte, maar ook in verklaringen tegenover anderen over het misbruik en de verkrachtingen, steeds consequent geweest in haar verhaal. Daarnaast heeft zij fysieke en psychische hulp gezocht en zien ook de behandelaars geen reden om te twijfelen aan haar verhaal. Verder was er volgens het oordeel van de rechtbank destijds, door het leeftijdsverschil en het fysieke en psychische overwicht van de man, geen sprake van een volwaardige relatie, maar van een afhankelijkheidsrelatie.

Geen verantwoordelijkheid

De advocaat voerde aan dat de man elke dag kampt met de gevolgen van de aangifte tegen hem, daardoor migraineaanvallen heeft, geruime tijd niet heeft kunnen werken en nu de financiële zorg draagt voor een vrouw en twee kinderen. Zij vroeg de rechtbank daar in het vonnis en bij eventuele strafoplegging rekening mee te houden.

De rechtbank rekent het de man echter zwaar aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden. Er is in de strafoplegging wel rekening gehouden met het feit dat het allemaal lang geleden gebeurd is. De officier van justitie had twee weken geleden vijf jaar cel geëist, uiteindelijk is dat dus 2,5 jaar geworden. De veroordeelde moet het slachtoffer ook een schadevergoeding betalen van maximaal 10.000 euro.

{jcomments on}