De fietsenstalling aan de zijkant van het provinciehuis in de Botter, bij het station, wordt voorlopig niet uitgebreid. De nieuwe stallingen die bij en onder het station worden gerealiseerd zijn voldoende voor de huidige en toekomstige behoefte, blijkt uit nieuw onderzoek van de gemeente en ProRail.

 Verder zal de stalling die nieuw wordt gerealiseerd bij en onder de noordzijde van het station, rechts als je er voor staat, een openbare stalling worden waar je niet eerst een poortje door moet om  binnen te komen. Hierdoor kunnen er ook meer ingangen komen.. De stalling onder het station aan de noordzijde, links bij de Visarenddreef, krijgt wel een toegang met een poortje. Overigens gaat het in beide gevallen om onbewaakte stallingen, waar wel cameratoezicht is maar geen permanente bewaking. Bij de inrichting zal wel veel aandacht worden besteed aan de sociale en ervaren veiligheid.

Botter minder aantrekkelijk

De plannen zijn iets gewijzigd, omdat bij eerdere fietstellingen in het gebied ook alle fietswrakken en weesfietsen waren meegeteld. Dat gaf een vertekend beeld van de toekomstige behoefte. Bovendien is de verwachting dat als de nieuwe stallingen onder het station klaar zijn, die bij de Botter minder aantrekkelijk zal zijn, omdat je daar vandaan toch verder naar het station moet lopen. Daar zijn nu 334 fietsstalplaatsen en het eerste plan was dat uit te breiden naar 800, maar dat wordt dus even op de lange baan geschoven.

Als de fietsenstalling onder en bij het station zijn vernieuwd is er plek voor een kleine 1.950 fietsen: 1077 aan de zuidzijde, 871 aan de noordzijde. Daarnaast zijn er dus de 334 plekken in de Botter en komen er in de directe omgeving van de Middenweg nog zo’n 450. Bij elkaar opgeteld kom je dan op 2.800. Uit de tellingen blijkt dat er behoefte is aan 2.000 plekken: 1.700 voor treinreizigers en 300 voor bezoekers van het Stadshart. In eerdere plannen werd nog uitgegaan van een behoefte aan 3.280 stallingsplekken.