Nieuwe reddingboot komt uit erfenis van 1,3 miljoen en heet Trudy Bakhuis
De nieuwe reddingboot van Lelystad gaat Trudy Bakhuis heten en de achtergrond daarvan is dat het vaartuig wordt betaald uit een erfenis van 1,3 miljoen euro die haar kinderloos gestorven weduwnaar, Rudolf Bakhuis, aan reddingmaatschappij KNRM heeft nagelaten. Dat zegt de lokale afdeling in een reportage van Omroep Flevoland naar aanleiding van het 200-jarig bestaan van de KNRM, voluit de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij.
De Trudy Bakhuis is sinds begin april in aanbouw op een scheepswerf in Friesland. De oplevering wordt verwacht in maart. Het schip is met een lengte van 11 meter 40 en een breedte van ruim vier aanzienlijk groter dan de huidige Lelystadse boot, de Bert en Anneke Knape; die meet 9 meter 15 bij 3,30. Qua snelheid ontlopen ze elkaar niet veel, met zo'n 65 kilometer per uur, maar de Trudy Bakhuis is in tegenstelling tot de Bert en Anneke Knape overdekt. Vooral bij slachtoffers die met hulp van ambulancepersoneel per brancard moeten worden vervoerd, wordt dat als een groot voordeel gezien.
Donaties
Ook de huidige boot werd mogelijk gemaakt door een nalatenschap, elf jaar geleden. De KNRM is onafhankelijk van de overheid en wordt gefinancierd uit donaties. Als gevolg daarvan dragen veel schepen namen van donateurs, erflaters en sponsoren, uiteenlopend van Arie Visser via Winifred Lucy Verkade Clark tot Beursplein 5 (begin jaren negentig geschonken door de Amsterdamse Vereniging voor de Effectenhandel, die een tijdlang elk bedrijf dat zich op de beurs noteerde, verzocht een bijdrage voor de KNRM te storten ten bate van een nieuwe reddingboot).