Skip to main content

Met positivisme en nieuw elan naar een andere politiek

18 maart 2022
Kees Bakker

Nu het stof van de gemeenteraadsverkiezingen langzaam gaat liggen, zijn de veertien in de gemeenteraad gekozen partijen al volop bezig met de toekomst. Als het aan Dennis Grimbergen van de grootste partij, de VVD ligt, wordt er nu vol ingezet op een raadsakkoord. Hij wordt daarin gesteund door Bas de Reus van de derde partij van Lelystad, GroenLinks. Murat Aktan van de tweede partij, Jong Lelystad, is iets voorzichtiger, maar wil het in ieder geval proberen.

Andere benadering

De drie lijsttrekkers van de grootste partijen waren donderdag te gast in ‘Lelystad Dichtbij’ van Radio Lelystad. Ze zijn het erover eens dat de uitslag van de verkiezingen in Lelystad – met veertien partijen, variërend van één tot vijf zetels – vraagt om een andere manier van politiek dan tot nu toe gewoon was.

“De afgelopen maanden heeft de gemeenteraad een aantal dossiers gezamenlijk opgepakt. Zo’n bredere samenwerking, dat noem ik een raadsakkoord. We zijn nu al bezig met te kijken hoe we dat proces vorm kunnen geven. Om te verkennen waar we het met elkaar, alle veertien partijen, over eens zijn, maar ook waar we het niet over eens zijn,” zegt Grimbergen.

Aktan sluit daarbij aan. “Het zou niet logisch zijn als je nu eerst aanstuurt op een coalitieakkoord.” Ook De Reus is het daarmee eens. “Dit is een goed idee. Wij zitten ook niet te wachten op een dichtgetimmerd coalitieakkoord. Dan ben je meer bezig je wethouders in het zadel te houden dan dan dat je met de inhoud bezig bent.”

Ander akkoord

Bij een coalitieakkoord maken de partijen die met elkaar een coalitie willen vormen afspraken, vastgelegd in een document van soms wel tientallen bladzijdes, over hoe men de komende vier jaar met elkaar en met deze stad verder wil. “Bij een raadsakkoord kijk je eerst met alle partijen wat de overeenkomsten zijn. Waar hebben we alle veertien raakvlakken en waar niet? Dan maak je een kort programma: wat willen we de komende vier jaar gaan realiseren? Je schrijft daarin niet op hoe je dat wil doen, want dat is aan het college,” legt Grimbergen uit.

“Als je de inhoud hebt gehad en je bent het daar over eens, ga je kijken naar de verdeling van de portefeuilles. En natuurlijk kan het zijn dat er gedurende het proces partijen afvallen, omdat ze het met veel dingen niet eens zijn.”

Aktan ziet er de uitdaging wel van in. “En als dit niet zou lukken, kun je altijd nog kijken naar een coalitievorming.”

Vakwethouders

Wat De Reus betreft is de uitkomst van dit proces dat er op elk van de portefeuilles goede vakwethouders komen, en dat hoeven niet per se mensen te zijn van de deelnemende partijen. “Je wilt mensen die kennis van zaken hebben, ervaring op bepaalde dossiers, in plaats van dat het iemand moet zijn uit de eigen partij. Met die instelling red je het ook niet. Dan kom je tot zes of zeven wethouders, en dat valt niet te verkopen. Ik heb liever een sterk programma voor de stad dan ieder een eigen poppetje van de eigen partij.”

“Het moeten sterke personen zijn. Dat hoeven wat mij betreft ook niet per se mensen uit de politieke arena te zijn,” vult Grimbergen aan. “Wat mij betreft zijn het ondernemende wethouders, mensen uit bijvoorbeeld het bedrijfsleven, om vanuit een ander perspectief naar de stad te kijken.” Ook daar is Aktan het volledig mee eens. “Efficiency, doortastend zijn, dat zijn eigenschappen uit het bedrijfsleven die we ook in de politiek en ambtenarij wel kunnen gebruiken.”

Weinig vertrouwen

Rest het probleem van de lage opkomst: net 40 procent van de stemgerechtigden is gaan stemmen. Hoe kijken de drie daar tegenaan?

Grimbergen: “Je kan natuurlijk zeggen dat mensen het vertrouwen in de politiek zijn kwijtgeraakt door de lange formatieperiode van het kabinet. En dan is er nog de mondiale situatie, met een oorlog en de coronapandemie. Maar we moeten ook naar onszelf kijken. Lelystad is stabiel en wil nu groeien, maar hebben we de inwoners daarin voldoende meegenomen?”

Aktan: “Vertrouwen van de burger in de politiek is o zo belangrijk. We zijn  twee maanden geleden al met onze campagne begonnen en merkten snel dat veel mensen reageerden met ‘Waarom zou ik gaan stemmen?’ Daarom hebben we juist de interactie opgezocht met inwoners, op allerlei manieren, met de vraag: wat wil je? Het gaat om een stuk engagement.”

Omgaan met elkaar

De Reus denkt dat de manier waarop de politiek de afgelopen vier jaar geopereerd heeft, geen schoonheidsprijs verdient. “Dat je stem voor het CDA naar de PVV kan gaan, omdat iemand van partij wisselt. Dat doet het vertrouwen in de politiek geen goed.”

“Wij hebben ons vier jaar geleden verbaasd over partijen die elkaar vliegen afvangen of op Twitter in de haren vliegen. We hebben daar als raad vaak afspraken over gemaakt om dat niet meer te doen, maar niet iedereen hield zich daar aan. Dat slaat over op de inwoners. En daar wordt je toch voor afgestraft,” denkt Aktan. De Reus: “Wij hebben alle drie, net als de nummer vier van de verkiezingen, ChristenUnie, een heel positieve campagne gevoerd. Ik denk dat dat geen toeval is. De partijen die een negatieve campagne hebben gevoerd, doen het minder goed, dat zie je in de uitslag.”

Positief elan

En dus is het zaak die positiviteit vooral vast te houden. “Daar kom je veel verder mee. We hebben als stad niet alleen grote ambities, er liggen ook grote kansen. Bedrijven die hier komen, nieuwe inwoners, we zitten echt op een omslagpunt,” denkt Grimbergen. “Er liggen ook uitdagingen: op sociaal gebied, onderwijs, armoede, jeugdzorg. We hebben er niets aan als raadsleden elkaar dan gaan irriteren, aan een wethouder die daarom boos wordt en een raad die daar weer boos over wordt. Daar komen we niet verder mee, daar is geen enkel kind mee geholpen,” meent De Reus. “De onderlinge verschillen zijn niet heel groot, er is consensus mogelijk, maar er is de afgelopen periode te veel en te vaak op de man gespeeld. Laat dat de komende periode afgelopen zijn,” besluit Aktan.

{jcomments on}