Kerkleiders zien antireligieuze tendens in lokale politiek

Predikant Peter Roosendaal en bestuurslid Jan Korf van kerkgenootschap Het Anker maken zich zorgen over antireligieuze sentimenten binnen de Lelystadse politiek. Dat zeiden ze gistaravond (maandag) in het programma ‘Van Rhijn praat bij met…’ op Radio Lelystad.

Aanleiding voor het gesprek was dat de kerk niet meer mag meedoen met de bouw van een school en buurtvoorziening in de Botter. Daarover was contact met het vorige college van b. en w., maar het huidige, dat vorig jaar aantrad na een bestuurscrisis, is bij monde van wethouder Madelon van Noort (Mooi Lelystad) tegen. In de raadsdiscussie daarover haalde haar partijgenoot Bart Schopman hard uit en zei dat zijn partij ‘geen kerk, tempel, synagoge, of moskee bij een school wil’.

“Kerk wilt gewoon geld verdienen door verkoop huidige locatie!” twitterde Schopman eerder. “Bizar hoe dit college wordt aangevallen door kerk gemeenschap o.l.v oud topambtenaar van onze gemeente en wethouder!” Korf is gepensioneerd gemeenteambtenaar, met als laatste functie afdelingshoofd Werk, Inkomen en Zorg. Met de wethouder bedoelt Schopman de bij de crisis opgestapte Elly van Wageningen (CU), die ook lid is van Het Anker.

Volgens Korf en Roosendaal gaat het niet om een incident. De uitspraken duiden volgens hen op een meer dan marginaal verschijnsel, waarbij kerken (en andere religieuze organisaties) al bij voorbaat als verdacht worden weggezet wanneer ze maatschappelijke activiteiten ondernemen. Daarbij werd volgens Roosendaal in het geval van de Botter 'niet gehinderd door enige kennis' ten onrechte de scheiding van kerk en staat erbij worden gesleept.

Mooi Lelystad zou in deze discussie gewoon minder kerken willen.

Dat laatste ontkent Schopman in alle toonaarden. “Klinkklare onzin. Ik ben helemaal niet antireligieus,” betoogt hij. “Ik heb drie doopnamen, ben rooms opgevoed, heb communie gedaan, ben misdienaar geweest.” En terugdringen van de kerk is ook zeker geen punt van zijn partij, verzekert hij.