Gemeente houdt ruim 21 miljoen euro over op de begroting

De gemeente heeft vorig jaar ruim 21 miljoen euro overgehouden op de begroting. Voor een deel komt dat doordat  werkzaamheden of plannen door de coronamaatregelen niet konden worden uitgevoerd. Voor het grootste deel vielen de inkomsten die de gemeente krijgt vanuit de algemene uitkering van het rijk en de inkomsten uit de verkoop van grond fors mee. Ook zijn de coronamaatregelen die de gemeente in opdracht van het rijk moest uitvoeren, ‘ruimharig gecompenseerd’.

Soms zit het mee…

“In de realisatie zijn er ieder jaar ontwikkelingen die in financiële zin mee- of tegen zitten. Op totaalniveau vallen dit soort zaken doorgaans tegen elkaar weg. Het beeld dat uit deze jaarrekening naar voren komt is dat er bovengemiddeld veel onderwerpen zijn waarbij ‘het kwartje’ de goede kant op is gevallen,” aldus het college in de aanbiedingsbrief bij de jaarrekening aan de gemeenteraad.

Nu is een incidentele meevaller, zelfs van dit formaat, geen reden om je rijk te rekenen. Ten eerste is 1,3 miljoen aan werkzaamheden vorig jaar niet uitgevoerd, waar dat dit jaar wel moet gebeuren. Daarnaast is er een personeelstekort op het stadhuis, doordat ontstane vacatures lastig zijn in te vullen. “Enerzijds blijft er daardoor incidenteel geld over op de personeelsbudgetten. Anderzijds blijft er ook incidenteel geld over, doordat werkzaamheden in de vertraging schieten en (deels) niet zijn uitgevoerd.”

Apart fonds

Het college stelt voor ruim 3 miljoen euro van het bedrag in de gemeentelijke weerstandsreserve te stoppen, als buffer voor mindere tijden. Daarnaast zou ruim 16 miljoen euro moeten worden toegevoegd aan de ‘reserve ontwikkeling stad’, een reserve waarmee investeringen in de toekomst van de stad kunnen worden gedaan.

“Deze incidentele middelen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de toekomstige ontwikkeling van de stad en het college zou de raad als advies mee willen geven deze middelen te beklemmen in een specifiek fonds. Via die weg ontstaat er armslag voor het doen van intensiveringen gericht op de toekomstige fysieke en sociale ontwikkeling van de stad. Ook wanneer er vanuit het Rijk gevraagd wordt om als gemeente cofinanciering in te brengen, kan een dergelijk fonds uitkomst bieden.”

{jcomments on}