De gemeente verwacht uiterlijk in november te horen of en hoeveel landaanwinning er buitendijks mag plaatsvinden voor het plan ‘Waterfront-Kust’, waarbij Lelystad ambitieuze plannen heeft voor woningen aan de kust en recreatieve voorzieningen.

Ambitie onder druk

In het plan bij Meerdijkhaven, tussen Saerdam en het werkeiland, heeft Lelystad een plan voor 30 hectare landaanwinning buitendijks, voor onder andere stranden, andere recreatieve voorzieningen en woningen. Dat moet Lelystad aan de kust een eigen smoel en een nieuwe identiteit geven: niet meer een stad in het land, maar een stad aan het water.

De ambitieuze plannen kwamen onder het vorige Kabinet onder druk te staan, toen daar het beleid werd vastgesteld dat landaanwinning niet meer mag, omdat de betekenis daarvan voor de bodem en voor het water belangrijker is. Toen was er al wel de wil om voor Lelystad en Almere een uitzondering te maken, omdat die steden al vergevorderde plannen hadden.

Afgekeurde dijk helpt

Die wil is onder het nieuwe Kabinet nog wat groter geworden. De afgelopen tijd heeft Lelystad volop overlegd met de provincie en de directeuren-generaal van de betrokken ministeries. Uiterlijk in november hoopt wethouder Piet van Dijk met de resultaten daarvan bij de gemeenteraad terug te kunnen komen.

De sterren staan in ieder geval beter dan een paar jaar geleden, omdat toen het Waterschap zich ook tegen de plannen uitsprak. Onderdeel van de plannen is dat een deel van de Oostvaardersdijk verlegd wordt, maar het Waterschap achtte vanuit het oogpunt van veiligheid en de mogelijke betekenis voor de waterkwaliteit niet wenselijk. Wat Lelystad in de realisatie van de ambitie van haar plannen nu helpt, is dat het stuk dijk waar het om gaat voor een lengte van ruim vijf kilometer is afgekeurd en niet meer voldoet aan de veiligheidseisen. Dat betekent dat er sowieso met het Waterschap overlegd moet worden over dijkversterking, en daarbij misschien wel weer meer mogelijk is.