“Wat we zijn kwijtgeraakt, krijgen we niet meer terug”
“Ik zou hebben gewild dat hij op een dag hier voor de deur had gestaan. Dat hij alleen maar zou hebben gezegd 'Dit heb ik niet gewild. Misschien zou ik hem wel een klap hebben gegeven, maar meer niet.” Op 29 november 2019 veranderde het leven van het Lelystadse gezin Balgobind in een nachtmerrie, toen de 67-jarige Parmanand en zijn 4-jarige kleinzoon Suraj Balgobind omkwamen bij een auto-ongeluk. Ter hoogte van Delfland reden zij de Larserdreef op om linksaf te slaan, toen de auto waarin zij zaten werd geschept door de Land Rover van een wegpiraat, die daar bijna twee keer de toegestane snelheid reed. Opa en kleinzoon waren op slag dood, oma Koentie Ramlal (63) overleefde het ongeval.
“Meneer had geen schijn van kans, hij heeft uw auto nooit kunnen zien aankomen,” zei de rechter later toen de toen 28-jarige chauffeur van de Land Rover werd veroordeeld. Voor Vinod Balgobind en zijn gezin begon op die dag in 2019 een lijdensweg, waarbij zij pas sinds een jaar weer wat lichtpuntjes zien.
November 2019
Het is 21 november 2019, feest in huize Balgobind in de Landstrekenwijk in Lelystad. Vinod en Ashna zijn zojuist weer vader en moeder geworden, van Viraj, het kleine broertje van de trotse Sanjana (5) en Suraj (4). Het was een moeizame bevalling in het ziekenhuis, maar na een paar dagen opname keren moeder en zoon de 25ste terug naar huis. Er volgen allerlei rituelen in het Hindoestaanse gezin, waarbij natuurlijk alle familieleden betrokken worden. Opa en oma, de broers en zussen van Vinod en Ashna - op de 28ste november is het huis helemaal afgeladen.
Vrijdag 29 november, 16.00 uur. Vinod wordt gebeld door zijn vrouw. “Mama en papa zijn er, hoe laat ben je thuis?” Vrijdag wordt er altijd vegetarisch gegeten in huize Balgobind, maar opa en oma nemen de kleine Suraj ook wel eens mee naar hun huis aan de Stadhuisstraat om daar patat met frikandellen te eten. Suraj is daar gek op. Opa en oma hebben op dat moment Suraj al een paar dagen opgevangen, en als Vinod thuiskomt besluiten opa en oma naar huis te gaan. Suraj gaat mee. Hij is zijn favoriete auto vergeten. “Die is van de week achter de bank gevallen, papa, je zou hem nog voor me pakken.” Vinod gaat samen met hem naar binnen en pakt een ander favoriet autootje van Suraj. “Suraj , ik ga “m een andere keer weghalen, dat beloof ik je.” Ze gaan weer naar buiten en opa, oma en Suraj stappen in. De drie rijden weg. “De rust keerde terug in huis. Ik lig met de kleine Viraj op mijn borst op de bank en we besluiten die avond vroeg naar bed te gaan,” zegt Vinod.
“Er is iets ergs gebeurd”
18.15 uur. Verderop is een flinke klap te horen en kort daarna heel veel sirenes. Ze kijken uit hun raam. Hun huis ligt aan de Larserdreef, maar kijkt niet uit op de kruising met Delfland. Het valt wel op dat er geen verkeer meer rijdt over de Larserdreef. In de verte zien ze het licht van zwaailichten. “Er is daar echt iets aan de hand,” zegt Ashna. “Nou, papa zal straks wel laten weten wat er gebeurd is,” zegt Vinod.
19.15 uur: Het wordt steeds drukker op de weg voor hun huis, kennelijk omdat de daarachter liggende Larserdreef is afgesloten. “Ik ga toch maar even kijken,” zegt Ashna, die er helemaal niet gerust op is. “Doe dat nou maar niet. Het komt vast goed, jôh,” zegt Vinod. Hij gaat naar boven om een bad te nemen. Ineens hoort hij geschreeuw beneden. Hij gaat naar beneden en treft daar zijn vrouw aan in de handen van een agent. Ze is helemaal in paniek. “Er is iets ergs gebeurd, maar ik weet niet of ik bij jullie moet zijn,” zegt de agent. “Een verkeersongeval, twee doden. Het zou om je vader en je zoontje kunnen gaan. Heb je hier ergens hun identiteitsbewijzen liggen?” “Jij bent gek,” zegt Vinod. “Ze zijn allang weg.” Terwijl hij op zoek gaat naar hun paspoorten, probeert hij zijn vader te bellen. De telefoon springt meteen op de voicemail. Hij pakt de paspoorten en geeft die aan de agent. “Als ze het niet zijn, loop ik zo gelijk weer weg,” zegt de agent als hij de paspoorten aanneemt. Hij kijkt ze in, maar blijft staan. “Dat zijn ze,” zegt hij.
Slechte film
Nu, zes jaar later, kan Vinod het scenario van de film die zich vervolgens afspeelde, nog bijna tot in detail voor de geest halen. Hij gaat, samen met een familielid, naar het kruispunt. Daar ligt zijn vader, ter hoogte van waar nu het bermmonument is. Zijn zoontje ligt verder op de weg. De lichamen van de twee worden afgevoerd. Even later gaat hij naar het ziekenhuis, waar hij naar het mortuarium wordt gebracht. Een arts met rode ogen vangt hem op. “Bent u de vader?” Het besef is nog niet ingedaald bij Vinod. “Waarom staan we hier? Waarom kunt u ze niet helpen?” Daar ziet hij weer zijn vader en zoontje. Het lijkt alsof ze slapen. Als hij ze aanraakt, daalt het besef alsnog in. “Vanaf dat moment moet ik overgeven. Ik heb dat nog steeds, als ik sterk terugdenk aan die tijd.”
Maar er is nog een ander besef. De agent, die al die tijd met Vinod mee is, pakt hem beet en schudt hem weer bij de les. “Vinod, jouw moeder ligt in het ziekenhuis. In het AMC. We moeten daar nu naar toe.” De agent brengt hem, zijn broer en een schoonbroer naar Amsterdam. Ashna blijft thuis, opgevangen door andere familieleden. In het AMC ligt zijn moeder op de intensive care. Ze heeft zwaar letsel, maar leeft nog wel. Hij huilt bij zijn moeders bed. “Het komt goed, mama, het komt goed.” Op de nachtelijke terugweg naar huis komen ze rond 5.00 uur bij het kruispunt waar het allemaal is gebeurd. Hij vraagt zijn schoonbroer te stoppen en stapt uit. “Ik ben daar gaan zitten. Hoe kan dit nou? Wat is hier gebeurd? Mijn hoofd zat vol met vragen.”
Crematie
De periode tot en na de crematie volgt. Dagelijks maakt hij de tocht naar Yarden, waar de lichamen zijn opgebaard. “Ga ernaartoe en zorg ervoor dat het moment dat je nu met ze hebt, ook gaat gelden,” zei de huisarts tegen mij.” De dag van de crematie is een dag vol rituelen en ceremonies. De begrafenisstoet leidt langs hun huis en langs het huis van zijn ouders. Als door een wonder, of beter gezegd door de inzet van de vrijwilligers van de Stichting Wensambulance, kan zijn moeder deels bij de crematie zijn.
Kort na thuiskomst van de crematie worden Ashna en Viraj niet goed. “De dagen waren tot dan echt een nachtmerrie. We aten slecht, zorgden slecht voor onszelf.” Er moet een dokter bij komen en ze worden in de nacht naar het ziekenhuis gebracht. Dochter Sanjana wordt opgevangen door familie.
Dagelijks mee bezig
Na 13 dagen van rouw na de crematie, geheel volgens Hindoestaans geloof, gaat de telefoon. Het is de politie, Ze zijn bezig met het onderzoek naar wat er is gebeurd en willen ook Vinod spreken. Vinod legt hen uit dat de aanrijding niet de schuld kan zijn van zijn vader. “Daar heb ik ook nooit aan getwijfeld. Papa reed keurig, hij heeft nog nooit een ongeluk gehad. Zelfs geen boete.” De politie gelooft hem. Er zijn sterke aanwijzingen dat de man die op de auto van zijn vader is gebotst veel te hard en roekeloos reed, maar het onderzoek verloopt moeizaam.
“Ik was er dagelijks mee bezig. Ik werkte niet, maar belde elke dag met de politie, het tactisch verkeersteam in Hilversum dat onderzoek deed en met de familieagenten die ons waren toegewezen. Altijd namen ze op, altijd stonden ze me te woord. Maar er zat weinig schot in het onderzoek. Land Rover wilde de computergegevens van de auto niet vrijgeven, dat doen ze alleen op verzoek van de eigenaar.” Ondertussen kwam toenmalig burgemeester Ina Adema langs. De gemeente bood alle hulp aan die er nodig was: huishoudelijke hulp, koken. In maart keerde zijn moeder terug naar Lelystad, om in het revalidatiecentrum van Coloriet aan te sterken. En ondertussen staat de wereld ook nog stil door de coronapandemie.
Klap op klap
Vinod werd rechercheur in zijn eigen zaak. Elke dag zag hij de man die bij het ongeluk betrokken was voorbijrijden. “Hij had zijn rijbewijs weer teruggekregen, omdat hij dat nodig had voor zijn werk.” Onverteerbaar, maar Vinod bijt zich vast in de zaak en gaat regelmatig bij het verkeersteam in Hilversum langs. “Ik weet zeker dat als ik dat niet had gedaan de zaak was doodgebloed.” Het leek tevergeefs. Tot op een dag één van de medewerkers daar een ingeving kreeg. “Als we de auto nou eens uit elkaar halen en het ABS-systeem en de airbag checken? Die slaan ook ritgegevens op.” Dat was uiteindelijk de doorbraak.
“Uit die gegevens bleek dat de man die mijn vader aanreed vlak voor het ongeluk bijna 140 km/u reed. Uiteindelijk ramde hij de auto van mijn vader met meer dan 100 km/u. Wat ik al die tijd al wist, was nu keihard bewezen: mijn vader had geen schuld aan het ongeluk.” Dat blijkt ook uit de twee simulaties die de politie maakt: één van wat er gebeurd is, met de dader die steeds auto”s inhaalt, snel accelereert en veel te hard rijdt, en één met wat er gebeurd zou zijn als hij 70 had gereden. Dan had de Aygo van de familie Balgobind veilig kunnen oversteken en had er geen ongeval plaatsgevonden.
De zaak wordt door het Openbaar Ministerie opgepakt en de veroorzaker van het ongeval moet voor de rechter verschijnen. “Het OM vertelde me dat ze zouden gaan voor 4,5 jaar cel, maar een uur voor de zitting kreeg ik te horen dat ze bang waren dat “dood door schuld” niet bewezen kon worden. Het werd een eis van twee jaar cel en uiteindelijk een straf van achttien maanden. Een klap in ons gezicht. Ik draaide door en zei tegen de man 'Ik hoop dat je de rest van je leven in de bak zal zitten, en als je doodgaat zullen mijn vader en zoontje op je wachten'. Hij draaide zich om en zei 'Ik ben ook een slachtoffer'.” Daarna volgde een tweede klap: de dader ging in hoger beroep, omdat hij de straf te zwaar vond.
Hoger beroep
In hoger beroep komt de dader niet opdagen. “Ik wist onmiddellijk: die is gevlucht.” (De dader is waarschijnlijk gevlucht, eerst naar Marokko en daarna naar Dubai, waar hij begin dit jaar is aangehouden. Hij zou daar vastzitten en er wordt gewerkt aan de uitlevering van hem aan Nederland, zodat hij hier zijn straf uit kan zitten, red.). Maar dat hij niet kwam opdagen voor zijn eigen hoger beroep, nam de rechter hem zeer kwalijk, net als het feit dat hij in de tussentijd weer op een aantal forse verkeersovertredingen was betrapt. In hoger beroep was de eis 21 maanden, maar was de rechtbank streng: de man werd veroordeeld tot twee jaar cel.
Gedoe over monument
Dan zou je denken dat het gevecht van Vinod er op zat, maar een nieuwe strijd diende zich aan. De gemeente meldde zich, omdat er wel iets moest gebeuren met het bermmonument op de plaats van het ongeval, waar teddyberen, kaarsjes en regelmatig bloemen lagen. De gemeente wilde kijken en meedenken over een permanente oplossing. Gesprekken volgden. Vinod kwam in contact met een beeldhouwer in Almere. Er werd een ontwerp gemaakt: twee stenen, onderling verbonden. Maar dat ontwerp werd door inmiddels een nieuwe ambtenaar van de gemeente niet goedgekeurd. “Het leek teveel op twee grafstenen.”
Wat volgde was een hoop gedoe over wat wel en niet zou kunnen. Op de plek zou een fundering moeten worden gelegd, maar dat kon niet vanwege de leidingen eronder. “Ik kreeg steeds te horen wat er niet kon: dan weer omdat Liander er leidingen had, dan weer vanwege de stadsverwarming. Maar niemand dacht mee over wat er wel zou kunnen. Leidingen kunnen toch ook worden verlegd?” Toen startte Vinod met de gemeente een mediation traject, omdat eerdere afspraken niet werden nagekomen. “Ik wist wel dat ik geen schijn van kans zou hebben, van de gemeente win je het niet, maar het zou geen fraai schouwspel worden.”
Nieuw ontwerp
Het leidde na een bezoek van de waarnemend burgemeester Ineke Bakker, wethouder Sjaak Kruis en een sterk betrokken beleidsadviseur (“Een schat van een mens. Als die er niet was geweest...”) tot een mediationtraject en uiteindelijk een oplossing. Daarbij kwam Vinod in contact met Arna Mackic, de architect die ook het nieuwe herinneringsmonument in het Zilverpark heeft ontworpen. “Zij kwam met een heel nieuw concept. Ook met haar heb ik intense gesprekken gehad, onder andere over de materiaalkeuze, maar uiteindelijk heeft het wel iets heel moois en unieks opgeleverd.” En nadat Vinod ook de overige partijen en de nutsbedrijven had gesproken en de leidingen geen probleem leken op te leveren, werd het nieuwe monument goedgekeurd. “Ik heb nog wel moeten afdwingen bij de gemeente dat er ook beleid kwam die dit toe zou staan. Zodat het monument niet door een volgende wethouder of gemeenteraad opeens toch weer kan worden weggehaald.” Het nieuwe monument is op 29 november, precies zes jaar na het ongeluk, onthuld.
Afsluiting weg
De laatste strijd die gestreden moest worden, was de afsluiting van de kruising voor links afslaand verkeer, om de weg veiliger te maken. “De gemeente wilde daar uiteindelijk wel aan meewerken, maar kwam op een gegeven moment met de eis dat dan eerst de buurt daarover moest worden gehoord.” Vinod is daarom bij veel mensen langs gegaan om de afsluiting te bepleiten. Na een proefperiode eerder dit jaar, waarbij de doorsteek twee maanden dicht was, is besloten dit nu permanent te maken, waarschijnlijk per 1 maart. “Zodat daar nooit meer iemand doodgereden kan worden,” hoopt Vinod.
Hulp gekregen
En nu? Is er nu rust? Dat is niet alleen te veel gevraagd voor iemand die zo”n drama heeft meegemaakt, maar het is ook nog te vroeg. “Wat we zijn kwijtgeraakt, krijgen we niet meer terug. Ik was zo bezig met het streven naar rechtvaardigheid dat ik mezelf ben verloren. Het ging niet alleen ten koste van mij. Mijn gezin heeft er onder geleden. Mijn kinderen (vijf jaar geleden werd zoon Rajvir geboren), mijn moeder, mijn vrouw. Doordat ik zo obsessief bezig was met de rechtszaak en het monument, zaten we allebei heel ergens anders in ons rouwproces. Dat heeft geleid tot specialistische hulpverlening, en we zijn in therapie gegaan: we krijgen individueel psychische ondersteuning en ook samen. We praten weer met elkaar en zijn heel open naar elkaar. We leren elkaar opnieuw ontdekken.”
Hij schiet vol als hij het over zijn dochter Sanjana heeft, inmiddels elf jaar oud. “Zij was een lachend kind, maar die lach was ze verloren. Ze is haar beste maatje, haar kleine broertje kwijtgeraakt. Ze is veel opgevangen door familie, maar doordat ik zo bezig was met het ongeluk, had ik ook lange tijd geen oog voor haar. Maar ook zij heeft hulp gekregen, en het gaat nu beter. Ze is weer een vrolijke meid en dat doet mij goed.”
Belofte
“We zijn weer een gezin aan het worden en ik ben niet meer de man die ik ooit was. Vroeger: altijd aan het werk. Voor geld, voor de zaak, voor prestige, waar een iedere vader het beste voor heeft met zijn gezin. Het interesseert me niet meer. Ik geef nu veel meer om warmte en emotie. Ik breng nu mijn kinderen naar school, geef ze een knuffel, zeg dat ik van ze hou en ik haal ze weer op. Al dat werken, al dat gejaag van voorheen…. Suraj is vier geworden, en hoe lang heb ik hem nu echt gekend van die vier jaar? Alleen tijdens de vakanties. Ik heb het beloofd aan hem toen hij daar in zijn kistje lag: dit zal ik nooit meer zo doen.”

Dat is ook de reden waarom Vinod bij de onthulling van het nieuwe monument de buurt is rondgegaan met uitnodigingen, maar ook met een kaartje. “Daar staat op . Wat ik je nog wilde zeggen'. Daar konden mensen hun eigen boodschap op kwijt, aan iemand die er niet meer is, maar die ze nog wel iets zouden willen zeggen. Mensen konden ze invullen, anoniem of ondertekend.” Hij heeft er 120 teruggekregen. Maar de boodschap is wat hem betreft groter. “Geef de mensen van wie je houdt elke dag een knuffel en vertel ze dat je van ze houdt. Ik weet het uit ervaring: het kan zomaar opeens zonder enige aankondiging over zijn. Laat het niet zover komen dat je iemand niet meer kan zeggen wat je eigenlijk wil zeggen. Bouw aan herinneringen, dat is het enige wat je later meeneemt.”
Op de goede weg
Vinod ziet weer wat lichtpuntjes in het leven. Hij weet nog niet precies waar de weg toe zal leiden. “Op de dag dat wij hier het bermmonument onthulden, was er op de dijk naar Enkhuizen een dodelijk ongeval. Weer iemand die uit het leven is gerukt, weer mensen die verbijsterd achterblijven. Ik heb geknokt voor de zaken die ik belangrijk vond. Ik heb rechtvaardigheid gekregen, maar ben mezelf wel verloren. Maar ik ben bij die strijd ook mensen tegengekomen die me enorm hebben geholpen. Ik zou nu graag willen knokken voor de mensen die ook zoiets meemaken, maar misschien niet onmiddellijk iemand in hun omgeving hebben die kan helpen. Ik weet nog niet hoe. Het is een proces, maar ik kom er wel.”
Eén ding is zeker: zijn gezin is het belangrijkste wat er is ter wereld, die verdienen zijn liefde en aandacht. En elke dag maakt hij ook nog wel een gang naar het bermmonument. “Dat is de plek waar ik het liefst wil zijn. Daar heb ik een verbinding met mijn vader en mijn zoontje.”