Het verhogen van de maximumsnelheid op de buitenring zorgt voor aanzienlijk minder verkeerdrukte in het stationsgebied. Dat blijkt uit onderzoek dat een verkeersbureau heeft gedaan in opdracht van de gemeente. Als die verhoging bovendien gepaard gaat met een verlaging van de maximumsnelheid op de binnenring, is het effect nog groter.

Minder druk in centrum

Nu zal niet iedere Lelystedeling de termen ‘binnenring’ en buitenring’ direct kunnen plaatsen, dus dat eerst: de binnenring is door het Stadshart, met bijvoorbeeld de Stationsweg, Middenweg, Zuigerplasdreef en Visarendreef. De buitenring is de route Larserdreef, Westerdreef, Houtribdreef en Oostranddreef.

Het idee is dat autoverkeer dat van het ene deel van Lelystad naar het andere deel moet, zo weinig mogelijk gebruik maakt van de binnenring, maar zoveel mogelijk van de buitenring. Daarmee wordt het minder druk met verkeer in het Stadshart en het Stationsgebied, waar in de spits soms flinke files staan, bijvoorbeeld bij de rotonde bij het Provinciehuis. Onderzocht is wel eens dat 70 procent van de verkeersdeelnemers die gebruik maakt van de Middendreef helemaal niet in het Stadshart moet zijn, maar die route  gebruikt om van de ene kant van de stad naar de andere te komen. Als die verkeersdeelnemers gebruik zouden maken van de buitenring, zou dat veel verkeer door het centrum van de stad schelen.

Twee scenario’s

Om dat te bereiken zijn er twee scenario’s onderzocht: ten eerste het scenario waarbij op de gehele Westerdreef en Houtribdreef 70 mag worden gereden, waar dat nu op grote delen nog 50 is, en het scenario waar deze maatregel gecombineerd wordt met een algehele verlaging van de maximumsnelheid op de Visarenddreef naar 50 km/u, waar dat nu deels 70 is.

Het eerste scenario levert 10 procent minder verkeersdruk in het stationsgebied op, het tweede scenario levert 20 procent minder verkeersdruk op. Bovendien blijkt het omrijden via de buitenring de automobilist tijdwinst op te leveren, zo blijkt uit de berekeningen.

Veiligheid

Op zich lijkt dat dus een goede maatregel om automobilisten de buitenring te laten gebruiken, maar het levert ook een probleem op met de uitgangen van de wijken op de Houtribdreef en de Westerdreef. Met de groei van de stad en de daarmee gepaard gaande toenemende verkeersdrukte is daar sowieso een probleem als het gaat om de verkeersveiligheid. Los van wel of geen verlaging van de maximumsnelheid zal er voor 2030 bij de kruisingen van de Westerdreef met de Zuiveringsweg en Schoener 10 iets moeten gebeuren, voor 2030 ook iets met de kruisingen met de Jol en Gondel 37. Voor de Houtribdreef wordt er voor 2030 een knelpunt verwacht bij de kruising met Karveel 10 en voor 2040 met Kempenaar 01. Mogelijk moet dat worden opgelost met een ‘Verkeers Regel Installatie’, een VRI, in de volksmond ook bekend staand als stoplicht.

Tot slot zijn er op dit moment al problemen bij de zogenaamde ‘bajonetkruispunten’, waarin twee kruispunten vlak bij elkaar liggen, zoals bijvoorbeeld bij Karveel 45 – Houtribdreef – Kempenaar 01. Verkeer dat uit het Karveel komt kan daar rechtsaf slaan of de Houtribdreef half oversteken en dan linksaf slaan, waarna al snel de kruising met Kempenaar 01 volgt, waar ook rechtsaf en linksaf kan worden geslagen. Dat levert nu al onoverzichtelijke situaties op, laat staan als er straks harder gereden mag worden. Ook dat zal moeten worden opgelost met VRI’s.

Uiteindelijk zal de toenemende verkeersdrukte, ook zonder wijzigingen van de maximumsnelheid, ook gevolgen hebben voor de rotondes van de Westerdreef en de Visarenddreef en die van de Houtribdreef met de Zuigerplasdreef. Ook die zullen op termijn moeten worden vervangen door kruispunten met VRI’s.

Wijs uit worden

Het is veel informatie waar de gemeenteraad straks wijs uit moet worden, maar wel zelf om heeft gevraagd. FvD diende vorig jaar juni een voorstel in waarin werd gevraagd om in kaart te brengen of er op de buitenring als geheel 70 km/u kan worden ingevoerd en wat daarvoor nodig is. Dat voorstel werd door de gemeenteraad aangenomen.

De maatregelen die sowieso moeten worden genomen gezien de groei van het inwonertal en de verkeersdrukte zouden Lelystad zo’n 6,9 tot 13,9 miljoen euro kaan kosten. Als er daarbij wordt besloten de maximumsnelheden aan te passen komt daar nog eens een kleine 4 miljoen euro bij, denken de onderzoekers. De gemeenteraad moet nu gaan afwegen of men dat geld over heeft voor de 10 tot 20 procent minder verkeersdrukte in met name het stationsgebied. 

De onderzoekers raden de gemeente ook aan om wel bij een eventueel vervolgonderzoek naar VRI’s ook te kijken naar de mogelijkheid van een ‘groene golf’, waarbij de installaties zo op elkaar zijn afgesteld dat de automobilist die zich aan de maximumsnelheid houdt meestal in één keer kan doorrijden.