Er mogen geen edelherten in de Oostvaardersplassen meer worden afgeschoten om de populatie te verkleinen. Dat heeft de rechtbank beslist.

Afschieten mag in het beschermde natuurgebied alleen als dat voor het beheer noodzakelijk is en de noodzaak van het systematisch doden om het aantal terug te brengen, is niet aangetoond, aldus de rechter. Die volgt een aantal natuurbeschermingsorganisaties die op grond van die overweging bezwaar hadden gemaakt. Eerder was bij een spoedzitting groen licht gegeven, maar de meervoudige kamer komt nu na grondiger bestudering tot een ander oordeel.

Staatsbosbeheer (de beheerder) en de provincie Flevoland (de verantwoordelijke overheid) waren tot jagen overgegaan om te zorgen dat er in de winter niet te veel dieren zijn in verhouding tot de beschikbare hoeveelheid voedsel. Besloten werd de groep terug te brengen tot 490 stuks.

De provincie heeft echter niet goed kunnen motiveren waarom die 490 het juiste aantal is, aldus de rechtbank. Rapporten van verschillende biologen en organisaties spreken elkaar tegen, merkt de rechter op. "Dat dit in het belang is van de wilde flora en fauna van de Oostvaardersplassen of om het lijden van edelherten te voorkomen, is niet goed onderbouwd."

De provincie had opdracht gegeven tot de operatie nadat de aanblik van stervende herten in de winter tot veel onrust hadden geleid. De boswachters mogen wel dieren uit hun lijden verlossen; dat deden ze in het verleden ook.

{jcomments on}