Skip to main content

Puin ruimen en helpen bij de wederopbouw in Oekraïne

26 juli 2022
Kees Bakker

Jesse Frankema (19) helpt in het midden van Oekraïne met de wederopbouw van steden. Zo helpt hij samen met een groep Nederlanders bij het puinruimen in Kyiv en de steden eromheen.

Bovenop het nieuws

Jesse zat bovenop het nieuws toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. "Ik heb de moderne geschiedenis altijd al heel interessant gevonden, dus de aanloop naar deze oorlog ken ik vrij goed, ondanks het feit dat je toch die oorlog ergens niet helemaal zag aankomen of wilde zien aankomen."

Hij begon te zoeken naar mogelijkheden om te kunnen helpen. Hij kwam via zijn vader terecht bij een groep vrijwilligers. Al een aantal keer reed hij met spullen naar inzamelingsplekken, maar voor zijn gevoel bleef hij een beetje aan de zijlijn. "Ik deed wel wat ik kon, maar ik had het gevoel alsof ik niet zo heel veel kon." Uiteindelijk hoorde de geschiedenisstudent dat er een reis naar Oekraïne plaats ging vinden. "Toen dacht ik direct: ik ga ervoor", zegt hij.

Puin ruimen en schuttingen plaatsen

Toen hij naar Oekraïne vertrok, maakte Jesses familie zich wel zorgen. "Soms kostte het wel wat moeite om mensen te overtuigen: nee, het is echt veilig, er gaat niets gebeuren'." Op dit moment is de student in Irpin, één van de voorsteden van Kyiv. Maandag was hij de hele dag bezig bij een huis dat beschoten was door een tank. "Daar hebben we in het hele trappenhuis en op de kavel puin opgeruimd. Vandaag zijn we om 6 uur al begonnen bij hetzelfde huis. We zijn even bezig geweest met de schutting opnieuw opbouwen en verder hebben we puin in vrachtwagens geschept zodat het verder kan worden afgevoerd."

De student schrok van de situatie toen hij met de auto in Oekraïne aankwam. "Het is bizar", vertelt hij. "Als je in de buurt van Kiev komt, begin je hier en daar al de vernietigingen te zien, maar dan zie je het nog steeds uit de auto. Het was indrukwekkend, maar ook nog een klein beetje onpersoonlijk." Op de eerste dag dat Jesse in Irpin was, zag hij een flatgebouw aan de overkant van het terrein waar hij verblijft. Het gebouw had veel schade en op de bovenste verdieping was een stuk uit de muur geblazen. "Dat was eigenlijk mijn eerste kennismaking met de schade van de oorlog", vertelt hij.

Veilig

De jonge student slaapt in een kerkgemeenschap op een terrein van een vroegere buitenplaats uit de Sovjettijd. Hij voelt zich veilig. "Een gedeelte van de groep is vandaag zelf ook nog bezig geweest met het versterken van de kelder van de gebouwen hier, voor de zekerheid", zegt hij. "Als er toch een aanval komt, hebben we een plek nodig om te schuilen, maar die is er dus zeker. In de tweede nacht hoorden we in de verre verte een keer een luchtalarm afgaan, maar voor de rest merk je er helemaal niets meer van, van de oorlog."

Het leven gaat door

Het normale leven lijkt gedeeltelijk weer door te gaan, merkt Jesse. "De helft van de bevolking is alweer terug in Irpin. Hetzelfde geldt voor de andere voorsteden. Maar heel veel huizen liggen nog steeds in puin, dus de sporen van de oorlog zijn nog hartstikke zichtbaar. En je ziet dat mensen echt in de dag leven. Ze zijn er wel, ze doen wel hun eigen ding, maar ze denken niet ver vooruit."

Niet alleen het leven lijkt weer door te gaan, maar ook de voedselvoorziening komt weer op gang. "Onder andere door hulp uit het buitenland, maar ook omdat de wegen best wel hersteld zijn na de bezetting van Russische troepen in het gebied. De aanvoer is redelijk hersteld." Jesse was maandag nog in een supermarkt waar de schappen al weer aardig vol lagen. "Maar je ziet wel dat het de wat meer welgestelde mensen zijn die zich dat kunnen veroorloven." Ook wordt er voedsel uitgedeeld op het terrein waar Jesse verblijft. "En er staan toch echt nog wel rijen van een halfuur tot een uur."

Nog eens terug

Komende vrijdag gaat Jesse weer naar huis, maar hij wil zeker nog een keertje terug naar Oekraïne. "Het is nu nog een vrij kleine organisatie van vrijwilligers die dit op eigen initiatief doen. Maar we proberen hier echt iets groots van te maken en andere mensen aan te spreken die hier ook naartoe willen om te steunen." Het doel is uiteindelijk om elke maand op z'n minst met een groep Nederlanders een week naar Oekraïne te gaan. "Meer is altijd welkom, maar dat is het eerste streven."

Dit bericht kwam tot stand in samenwerking met Omroep Flevoland.

Geplaatst op 26 juli 2022.

{jcomments on}