Skip to main content

Meerderheid raad wil maximum 30 procent sociale huur loslaten

11 februari 2022
Kees Bakker

Een grote meerderheid in de gemeenteraad heeft de handen ineen geslagen om een aantal wijzigingen in de Woonvisie tot stand te brengen. Daarin vallen twee dingen op: Lelystad stapt af van het 30/70-principe (maximaal 30 procent van het totaal aantal woningen mag uit sociale huur bestaan) en bij woningbouwplannen in bestaande wijken  moeten vooral soorten woningen worden gebouwd die er in die wijk nog niet zijn.

Voortouw VVD

De VVD heeft het voortouw genomen in het voorstel. In een zogenaamd ‘monsteramendement’ worden een groot aantal wijzigingen aangebracht op de Woonvisie zoals die door het college is voorgesteld. De Woonvisie omschrijft het woningbouwbeleid voor Lelystad voor de middellange en lange termijn: hoe moet de stad groeien, in welke woningtypes en prijsklasses moet de nieuwbouw plaatsvinden?

Het 30/70-principe was tot nu toe, bij een aantal partijen waaronder de VVD, wel heilig. GroenLinks, PvdA en SP hebben echter het voortouw genomen dat principe eruit te krijgen, en dat is gelukt.

Tot nu toe waren veel partijen bang die verdeling los te laten, uit angst voor het spookbeeld van vroeger. Vroeger, in de ‘slechte’ tijd van Lelystad in de jaren ‘80, was het andersom: 70 procent van het totale aantal woningen in de stad bestond uit sociale huur. Dat betekende concreet dat veel mensen die geen werk maar een uitkering hadden naar Lelystad verhuisden, want daar waren de woningen groot en betaalbaar. En dat betekende weer dat Lelystad een onevenwichtige opbouw in de bevolking kende. Dat is een schrikbeeld waar veel partijen nu niet naar terug willen.

Bijbouwen voor Lelystedelingen

Wat nu vooral van belang is, zo staat er in het voorstel, is dat Lelystedelingen in hun eigen stad terecht moeten kunnen voor een geschikte woning. Jongeren die uit huis gaan zouden een sociale huurwoning moeten kunnen bemachtigen. De wachttijden daarvoor zijn nu te lang, vindt de politiek, en dus moet er bij nieuwbouw vooral worden aangesloten op waar Lelystedelingen behoefte aan hebben. En als dat betekent dat er meer in de sociale sector (huur- of goedkope koopwoningen) moet worden gebouwd, moet dat leidend zijn. De zoektijd voor een sociale huurwoning moet worden teruggebracht tot maximaal twee jaar.

Woningen in de sociale huur, middenhuur en goedkope koopklasse (tot 270.000 euro) zouden zoveel mogelijk bestemd moeten zijn voor Lelystedelingen. De middelen die de gemeente daarvoor kan inzetten zijn beperkt, maar de middelen die er zijn moeten dan ook optimaal ingezet worden, staat er in het voorstel.

Gemengde wijken

Een ander punt is dat er diversiteit in wijken moet zijn, met allerlei soorten woningen van goedkoop tot duur in elke wijk. Bij plannen in de bestaande stad, zoals de locaties van de voormalige middelbare scholen, het Stationsgebied of het Hanzepark, moet vooral worden gebouwd in soorten woningen die er in die wijken nog niet zijn. Dus in wijken met veel dure koopwoningen zou eventuele nieuwbouw geconcentreerd moeten worden op goedkopere woningen, en andersom.

Nu nog de naam

Er staan meer dingen in het voorstel. Zo zou er met name in het centrum en aan de kust hoogbouw moeten komen en moet er meer ruimte worden gegeven aan mensen die gezamenlijk woningen willen ontwikkelen en laten bouwen (cpo’s: collectief particulier opdrachtgeverschap).   

Het ‘monsteramendement’ wordt in de vergadering van 8 maart in stemming gebracht. Volgens indiener Edwin Hers van de VDD wordt het ondersteund door een groot aantal partijen. “Er hebben zich tot nu toe 13 van de 15 partijen achter het amendement geschaard. De hoop is dat het gesteund wordt door de gehele raad.” Rest alleen nog die naam: monsteramendement. “Maar je hebt ook lieve monsters…” Dinsdag werd als alternatief al het ‘GVR-amendement’ geopperd.

{jcomments on}