Omvang kuddes Oostvaardersplassen is terug op peil 2002
Ruim drieduizend grote grazers in de Oostvaardersplassen hebben het einde van de winter niet gehaald, een slordige zestig procent. Daarmee is het aantal dieren terug op het niveau van 2002, zegt Staatsbosbeheer.
In de administratie van deze organisatie loopt de winter van 1 december tot 30 april. Volgens tellingen van de boswachters zijn in die periode in totaal 3226 dieren doodgegaan: 2684 edelherten, 75 heckrunderen en 467 konikpaarden. Van deze dieren werd 89 procent afgeschoten. In de maand april ging het om 312 beesten, waarvan 251 edelherten, 58 paarden en 3 runderen. Die runderen werden allemaal geschoten; van de herten en de paarden vonden respectievelijk 221 en 43 exemplaren de dood door een kogel.
Eind oktober 2017 werden bij een periodieke inventarisatie ongeveer 5.230 grote dieren geteld – ongeveer 230 runderen, 1050 paarden en een kleine vierduizend herten.
Staatsbosbeheer, dat namens de provincie Flevoland het beheer van het natuurgebied uitvoert maar daar niet zelf verantwoordelijk voor is, meldde al eerder deze aantallen te zien aankomen en ze ook wel te kunnen verklaren. Meer informatie over de cijfers en over de visie van de organisatie op de discussies tussen voor- en tegenstanders van dat beleid is te vinden op:
https://www.staatsbosbeheer.nl/over-staatsbosbeheer/dossiers/oostvaardersplassen-beheer