Skip to main content

“Versnelling in de woningbouw vraagt om een nieuwe aanpak”

07 september 2023
Kees Bakker

De groei van Lelystad blijft ver achter bij de ambitie van de stad. Dat betekent dat er een nieuwe aanpak nodig is om de woningbouw te versnellen. ‘De markt’ moet daarbij actief betrokken worden bij het ontwikkelen van nieuwe wijken, stelt wethouder Dennis Grimbergen de gemeenteraad voor. En dat vraagt wat van de gemeente, het ambtelijk apparaat, maar ook van de gemeenteraad.

De cijfers

In het eerste half jaar van 2023 zijn er 186 woningen opgeleverd in Lelystad. Dat was in het eerste halfjaar van 2022 nog 405. Voor 86 nieuw te bouwen woningen zijn vergunningen verleend. In dezelfde periode vorig jaar was dat voor 117 woningen. De door de gemeenteraad vastgestelde ambitie is om jaarlijks te groeien met 1.400 woningen. “Dat betekent dat we het echt anders zullen moeten gaan doen,” meent Grimbergen.

Vooruit werken

Het betekent dat bijvoorbeeld bestemmingsplannen ‘op voorraad’ al gereed moeten worden gemaakt, in samenspraak met betrokken partijen. “Het was altijd zo dat de gemeente eerst bedenkt hoe men de ontwikkeling in een bepaald gebied voor ogen heeft, daar een bestemmingsplan voor maakt en dat ‘in de markt’ legt, zodat marktpartijen als projectontwikkelaars daarop kunnen inschrijven. Door die partijen eerder bij de procedure te betrekken en ze mee te laten denken, kun je sneller werken.”

Dat betekent dat de gemeente en de gemeenteraad kaders stellen voor de ontwikkeling van een bepaald gebied, en dat vervolgens wordt uitgewerkt door de gemeente en andere partijen samen, zoals de Rijksoverheid, de provincie, marktpartijen en de woningbouwstichting. “Zij denken dan mee over de inrichting van het hele gebied. Dus ook waar de school komt, waar de groenvoorzieningen komen, waar speeltuintjes komen.”

Ervaring opdoen

Die andere manier van werken wordt nu toegepast bij de turbolocaties  voor woningbouw die de gemeente onlangs heeft aangewezen. “Dat vraagt wat van marktpartijen, want die zullen er van tevoren meer moeite in moeten steken voor ze kunnen gaan bouwen. Het betekent ook dat ze samenwerken met andere partijen. Als er in een bepaald gebied bijvoorbeeld 30 procent sociale huur moet komen, is het logisch dat daarvoor de woningbouwcorporatie wordt ingeschakeld.”

“Het voordeel voor die marktpartijen is echter dat ze voor langere tijd verbintenissen aangaan, waarbij ze dus ook weten dat er voor de langere termijn werk is.”

Ook voor de gemeente betekent het een andere manier van werken. “Het betekent dat wij niet meer van tevoren precies bedenken hoe een wijk eruit moet komen te zien, maar daarvoor ook op de markt vertrouwen. Het betekent grotere aanbestedingen en werken vanuit beperkte kaders.”

Ambitie blijft overeind

Maar dat levert wel een continuïteit van bouwen op, en dat is belangrijk, vindt de wethouder. “Het resultaat van die nieuwe manier van werken zal je nog niet direct in de cijfers van volgend jaar zien, maar de jaren erna moet de versnelling wel zichtbaar zijn. Dan zal er op veel plaatsen in de stad tegelijkertijd worden gebouwd.”

Het is dat, of de ambitie naar beneden toe bijstellen. “Maar dat is geen optie, wat het college betreft. We zijn dit verplicht, niet alleen omdat we dat met elkaar hebben afgesproken, ook omdat we daar een maatschappelijke verantwoordelijkheid in hebben. Er is een woningtekort, en wonen is een eerste recht. Als je het daar met elkaar over eens bent, moet je dit doen!”  

Foto: Dennis Grimbergen.   © Paul Klukhuhn

Geplaatst op 7 september 2023.

{jcomments on}