Skip to main content

Neef Robert zal gemist worden...

04 januari 2022
Kees Bakker

Als je in Lelystad in de media werkzaam bent, is het volstrekt onmogelijk dat je Robert Bakker niet kent. De man strooide mailboxen van de verschillende media vol met berichten over projecten van zijn Voice Company, en viel daarin op in vorm en enthousiasme. De projecten die hij organiseerde waren zonder uitzondering bijzonder, zijn stuiterbalenthousiasme was dat ook. Helaas spreek ik in verleden tijd, want Robert Bakker is maandag 27 december overleden.

Ik kreeg al jaren mailberichten van Robert in de mailbox, met af en toe de persoonlijke vraag of we er iets mee konden doen. Het is pas een jaar of vier geleden dat ik hem voor het eerst ontmoette. Volgens mij was dat op of rond een motiemarkt, waar hij ook een idee indiende. We raakten met elkaar aan de praat, wisten van elkaar wie we waren en er was onmiddellijk een klik. Want laat ik eerlijk zijn: enthousiasme is een waarderen eigenschap bij mensen, maar kan ook tegen je werken. Bij Robert was dat niet het geval. Integendeel: je moet wel een soort van ijzeren hein zijn om niet te worden meegevoerd in zijn enthousiasme. En hij had een hoge gunfactor.

Dat laatste zal één van de redenen zijn geweest waarom hij zulke bijzondere projecten had, die veelal slaagden. Het feit dat we bij die eerste ontmoeting een klik hadden resulteerde er ook in dat ik hem, voor de grap, ‘Oom Robert’ noemde. Want u weet dat waarschijnlijk niet, en u moet dit ook onmiddellijk vergeten, want dit is een groot geheim, maar alle mensen met de achternaam ‘Bakker’ zijn familie van elkaar.

‘Oom Robert’ werd echter al snel ‘Neef Robert’, want zoveel verschilden we niet in leeftijd. Dus werd ik ‘Neef Kees’ voor hem.

Met zijn overlijden is er iemand heen gegaan die kleur gaf aan Lelystad. En dat zijn mensen die deze stad hard nodig heeft. Tel daarbij dat hij veel te jong overleden is, zijn dood kwam in ieder geval voor mij volstrekt onverwachts, en besef: neef Robert zal gemist worden.

Kees Bakker

Foto: © Greetje Houwen.