Skip to main content

Verordening leegstand voor winkelpanden heeft niet de voorkeur in Lelystad

11 april 2025
Geschreven door Kees Bakker

In de strijd tegen leegstaande winkelpanden in het Stadshart speelt de discussie over wel of geen leegstandsverordening regelmatig op. Dit keer is het Jong Lelystad dat in schriftelijke vragen de zaak aan de orde stelt. Maar het college van burgemeester en wethouders raadt nog steeds af een dergelijke verordening in te voeren.

Gedaald

Eerst even de cijfers: in januari van dit jaar stond 17,5 procent van de winkelpanden in het Stadshart leeg. In 2022 was dat nog 23,5 procent. De oorzaak van die leegstand is duidelijk: mensen kopen steeds meer via internet, en de centra van middelgrote steden lijden daaronder. Mensen gaan liever shoppen in andere, grote steden in de omgeving: Amsterdam, Almere en Zwolle. Daarbij komt dat Lelystad geen regiofunctie vervult, waarbij dorpen en stadjes in de omgeving gebruikmaken van het Stadshart.

“Landelijk staat het functioneren van detailhandel in binnensteden van middelgrote steden onder druk. Zo wordt de detailhandelssector door veranderingen in consumentengedrag uitgedaagd om met vernieuwende concepten te komen die aansluiten bij dit vernieuwde consumentengedrag. Retailers die hier niet op inspelen, hebben het moeilijk om te overleven. Het grote aantal faillissementen van ketens en een hernieuwde oriëntatie in locatiekeuze van retailers zorgt er tevens voor dat met name in middelgrote steden de behoefte aan winkelmeters in omvang en gebruikersdoel verandert. Hierdoor hebben vooral deze middelgrote steden steeds meer te maken met leegstand,” schrijft het college in antwoord op de vragen van Jong Lelystad.

Verordening

Dan de leegstandsverordening. In principe is het mogelijk zo’n verordening in te voeren. Die schrijft dan voor dat eigenaren van panden die leegstaan, verplicht zijn dit na een bepaalde tijd te melden aan de gemeente en in gesprek te gaan over de (alternatieve) mogelijkheden om het pand te vullen. Als dat geen resultaat heeft, kan de gemeente de eigenaar dwingen een door de gemeente aangedragen partij als huurder te accepteren. De gemeente heeft daarbij echter geen invloed op de huurprijs.  

“Ervaringen in andere gemeenten met dit instrument trekken de doelmatigheid van de meeste onderdelen van de verordening in twijfel," schrijft het college. De verordening betekent namelijk ook dat de gemeente actief op zoek moet naar huurders voor panden. De kosten voor een invoering van een dergelijke verordening en acquireren van mogelijke huurders kost relatief veel geld.

Andere weg

Lelystad kiest voor een andere weg. “Onze accountmanager Stadshart is veelvuldig buiten in het centrum aanwezig, waardoor hij de leegstand vrijwel realtime in beeld heeft. Hiermee lijkt de meldingsplicht overbodig die vooral ingezet wordt om de leegstand in beeld te krijgen en in gesprek te komen met de eigenaren. In tegenstelling tot een aantal jaren geleden zijn inmiddels alle eigenaren in beeld en heeft de accountmanager met een groot aantal contact. Omdat het risico op een verstoorde relatie met betrokkenen groot is als vanuit een formeel proces gehandeld wordt, wordt er de voorkeur aan gegeven om het gesprek aan te gaan en in het kader van het actieplan de samenwerking met vastgoedeigenaren te verbeteren in plaats van meer dwingend op te treden middels de verordening.”

Volgens het college van b+w werkt dit beter dan dwang via een verordening.  “Alles overwegende lijkt het zinvoller om die capaciteit en budgetten in te zetten op een meer positieve manier en te besteden aan de uitvoering van het breed gedragen Actieplan Stadshart. Als laatste moet geconcludeerd worden dat ook met de verordening een lange adem nodig is en er geen garantie op succes is. Het is dan ook geen oplossing voor de korte termijn.”