Skip to main content

Wim en z'n maten gaan weer rennen voor kankerpatiënten

03 juni 2022
Theo van Rhijn

Morgen (zaterdag 4 juni) begint het Lelystadse Roparunteam aan de 31ste editie van deze loop voor het goede doel – na een regionale sponsorloop langs Flevolandse inloophuizen in de vorm van de Flevorun op 7 april. Vanwege de internationale coronabeperkingen heeft de Roparun (Rotterdam-Parijsrun) dit jaar een nationaal karakter. Het goede doel is hetzelfde: ondersteunende voorzieningen voor kankerpatiënten. Na de start, vanaf vliegveld Twente, nabij Enschede, maken de lopers gebruik van de noordelijke route (er is ook een zuidelijke route) en ze finishen aan de Coolsingel in Rotterdam. Er wordt twee keer 24 uur gelopen in estafettevorm en de finish is op maandag. Dinsdag keert het Lelystadse team huiswaarts.

"Er zijn twee ploegen van vier lopers en we hebben fietsers en begeleiders, navigators, een team op een basiskamp voor toilet en ravitaillering en zo kom je op een groep van 25 betrokken mensen," zet deelnemer Wim Bok uiteen.

Zestiger Bok (op de kleine foto) is de routinier van het Roparunteam Lelystad, een van de 230 deelnemende teams, onder aanvoering van regelaar en teamcoördinator Jop Fackeldey. "We starten in Enschede, gaan dan naar Emmen, langs het vliegveld, en via de Veluwe en Betuwe naar Rotterdam," vertelt hij.  "Vorig jaar haalden we met ons eigen team zo’n dertigduizend euro op en ik hoop dat we komend weekend weer rond dat streefbedrag kunnen uitkomen." Het geld gaat onder meer naar hospices, ambulancepersoneel, de stichting Haarwensen, familiehuizen en artikelen als hoofdhuidkoelers, kinderspeelgoed en koppelbedden voor familieleden van patiënten die met hen de laatste nachten willen doorbrengen.

Basisschoollerar Bok kreeg in 2011 lymfeklierkanker. Tijdens de eerste Roparun besefte hij nog niet dat hij de ziekte onder de leden had. Een onverklaarbare blessure leidde tot die diagnose. “In de eerste jaren kreeg ik elke drie maanden stamceltransplantaties. Na drie jaar was ik klaar met behandelen en sindsdien ben ik onder driemaandelijkse en halfjaarlijkse controle. Ik mag ervan uitgaan dat ik na elf jaar aan de goede kant van de medaille ben gevallen. Ook tijdens de ziekte was ik altijd in beweging. Ik had een hometrainer op mijn geïsoleerde kamer en het sportieve heeft me aardig geholpen om door een moeilijke periode in mijn leven heen te komen.”

“Iedereen heeft wel iemand in zijn omgeving die de ziekte onder de leden heeft," denkt Bok. “Als ik zo in mijn eigen omgeving kijk, is die dicht bij de waarheid dat een op de drie mensen kanker krijgt. Peter Geurts, mijn voormalige trainer en lid van de stichting Roparun, heeft nu ook longkanker op zijn 75e. Door corona kon hij de laatste jaren niet meer meelopen, en wij dragen hem een warm hart toe.”

“Het is geweldig hoe mensen onderweg met ons meeleven en ons aanmoedigen in de laatste stukjes. Dat voelt fijn. We liepen in voorgaande edities ook langs de Daniël den Hoedkliniek, waar mensen ons aanmoedigden, en dat is heel bijzonder."

Voor Bok is de Roparun een familieaangelegenheid geworden. "Mijn dochter heeft in 2015 een jaar meegelopen, een zoon heeft een aantal jaren meegedaan en is volgend jaar na het stichten van een gezin mogelijk weer van de partij en mijn broer Mario heb ik ervoor kunnen porren. Hij loopt al mee sinds 2015. Zij weten drommels goed waar het om gaat.”

De foto bij de kop van dit verhaal is van vorig jaar en is gemaakt door Bjorn Martens.

{jcomments on}