Grote grazers Oostvaardersplassen mogen blijven grazen

De grote grazers in de Oostvaardersplassen worden niet mishandeld door Staatsbosbeheer. De edelherten, Konikpaarden en heckrunderen mogen er dan ook gewoon blijven grazen.

Dat oordeelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), het hoogste rechtsorgaan in Nederland als het gaat om dierenwelzijn. De Stichting Welzijn Grote Grazers uit Dronten was naar het college gestapt, omdat zij vindt dat er teveel grote grazers in de Oostvaardersplassen ‘gehouden’ worden. Er is te weinig gras en vegetatie voor de dieren, er is te weinig beschutting, de kwaliteit van het voedselaanbod en van het drinkwater is onvoldoende en de dieren worden blootgesteld aan ziektes. De Stichting vindt daarom dat er op een andere manier moet worden omgegaan met de grote grazers in de Oostvaardersplassen en eist dat het ministerie in actie komt.

Omdat de Oostvaardersplassen een afgesloten natuurgebied is, ging de stichting er vanuit een beroep te kunnen doen op de dezelfde zorgplicht die een boer voor zijn vee heeft. Als een boer teveel koeien op een klein  stuk land zet, waardoor die te weinig te eten hebben, is er sprake van dierenmishandeling. Doorredenerend is er volgens de stichting daarom in de Oostvaardersplassen ook sprake van dierenmishandeling.

Het CBb gaat daar niet in mee. ‘Bij de omstandigheden waaronder de grote grazers leven, past een breder welzijnsbegrip. Dit brengt mee dat de zorgplicht die Staatsbosbeheer heeft voor de grote grazers op een andere manier moet worden ingevuld dan de zorgplicht in de reguliere veehouderij,’ stelt het college.

Volgens het college is er voldoende en gevarieerd voedsel beschikbaar in de Oostvaardersplassen, hebben de dieren genoeg bewegingsruimte en ruimte om te schuilen en blijkt uit onderzoek dat de dieren geen onnodige ‘pijn of letsel dan wel benadeling van de gezondheid of het welzijn van de grote grazers’ wordt aangedaan. Daarom wijst men de klacht van de stichting af.

Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Foto's: Karel Staa

{jcomments on}