IJsselmeerdijken versterken met zandranden in plaats van stenen, het zogenoemde bouwen met de natuur, is waterstaatkundig geen probleem. Dat zeggen Rijkswaterstaat en kennisconsortium EcoShape na een evaluatie van de eerste projecten.

In 2013 ontstond het idee om de Houtribdijk met een vooroever van zand te versterken. Dit is beter voor de natuur, maakt aanpassen aan veranderende omstandigheden mogelijk en is vaak goedkoper dan versterken met steen. Aan de zuidkant werd bij Trintelhaven als proef met 70.000 kubieke meter zand een pakket van 400 bij 150 meter aangelegd. Daarin werden vakken gemaakt die verschilden in aanplant, bijgemengde klei en afscherming voor ganzen om te voorkomen dat ze alle planten opvraten. Vervolgens werden vier jaar lang de effecten van onder andere wind en golven gemeten.

De belangrijkste conclusie is dat het zand goed blijft liggen, zeggen de onderzoekers. Door de proef is ook beter bekend hoeveel nodig is om de dijk te versterken, gegeven de lokale omstandigheden. Daarnaast blijkt dat zware golfslag de groei van vegetatie langs de waterlijn belemmert, dat bijmengen van klei door het zand in het begin een positief effect heeft en dat foeragerende vogels een negatief effect hebben op de vegetatie.

De kennis is inmiddels toegepast bij de versterking van de Houtribdijk, de buitenste zandranden van Marker Wadden en de versterking van de dijken tussen Hoorn en Durgerdam.

{jcomments on}