Skip to main content

Column van Kees: het gaat om het vertrouwen in het Stadshart

29 november 2022
Kees Bakker

Dat Hart van Lelystad juist deze week een eigen krantje uitbrengt met ‘het ware verhaal over het ondernemersfonds’, is geen toeval. De voormalige promotor en organisator van evenementen in het Stadshart probeert daarmee een bom te leggen onder de reclamebelasting in Lelystad. De gemeente peilt bij ondernemers naar het draagvlak voor die belasting. HvL heeft een duidelijk advies: stop er maar mee.

De draagvlakmeting die nu plaatsvindt, lijkt daarmee vooral een soort populariteitspol te worden: ben je er voor dat City Marketing Lelystad de promotie van en het organiseren van evenementen in het Stadshart overneemt, dan stem je voor de reclamebelasting, ben je boos dat Hart van Lelystad dat niet meer mag doen, dan stem je tegen.

In een krant waarin men zelf stelt slachtoffer te zijn van smaad en laster heeft Hart van Lelystad er geen enkele moeite mee City Marketing Lelystad wel in het verdachtenhoekje te plaatsen.

Daarnaast wordt een aantal dingen beweerd die gewoonweg niet kloppen. Zo staat in een stukje dat de gemeente Batavia Stad heeft aangewezen als ‘nieuw winkelgebied’ en dat onderzoek naar de wens van Batavia Stad voor meer horeca aanwijst dat de horeca daar kan verdubbelen. Ook zou Batavia Stad mogen afstappen van de outletformule door reguliere prijzen toe te staan voor de producten die daar verkocht worden. Maar dat onderzoek dat is uitgevoerd, zegt juist dat de horeca in Batavia Stad met maximaal 10 procent zou mogen groeien en naar de wens van Batavia Stad om ook beperkt gewone winkels te mogen huisvesten, winkels die niet werken via de outletformule, loopt nog een onderzoek. Bovendien moet de gemeenteraad zich nog uitspreken over beide zaken, dus ook de beperkte uitbreiding van de horeca en/of een andere winkelformule is absoluut nog geen gelopen race.

De krant van Hart van Lelystad is eerder een bevestiging van het feit dat het altijd hommeles is in het Stadshart tussen ondernemers onderling. Ooit was Meta Jacobs, oud-raadslid van de VVD, daar een soort van centrummanager, in de tijd dat Marc Cobussen er nog wijkagent was. Toen was er, wonder boven wonder, iets van eensgezindheid in het Stadshart. Daarvoor en daarna is het ruzie en moddersmijten: als de ene winkelstraat linksaf wil, wil de andere rechtsaf, als de ene ondernemer in het bestuur van de ondernemersvereniging zit, is de andere tegen de ondernemersvereniging.

Dat zou een houding kunnen zijn die een stadshart dat floreert zich kan veroorloven, maar het Stadshart van Lelystad zit al jaren in het verdomhoekje. Het gaat al jaren niet goed, men droomt van de drukke winkelstraten in de jaren 80 en hoopt dat die terugkomen, maar ziet ondertussen de leegstand groeien.

Zo’n Stadshart moet eensgezind aan de promotie en evenementen werken en niet ruziënd over straat gaan. Maar dat besef is er nog steeds niet. En net nu het leek dat City Marketing Lelystad daar wel voor kan zorgen, plaatst Hart van Lelystad daar een bommetje onder.

Het is treurig. De draagvlakmeting is daarmee wat mij betreft vooral een meting geworden naar het geloof van ondernemers in het Stadshart zelf. Stemt men voor de reclamebelasting, dan is er nog de hoop dat het ooit beter zal gaan. Dat is geen valse hoop, want nieuwe impulsen zoals de bioscoop geven daar zeker aanleiding toe. Stemt men echter tegen, dan is dat vooral een signaal dat ondernemers in het Stadshart niet meer in het Stadshart geloven. Dan is het ieder voor zich en God voor ons allen. Treurig.