Topvrouw Martine Visser van Centrada: 'De bouw van flats is voor Lelystad echt nodig''
Lelystad blijft van belang voor gezinnen die een huis met tuin zoeken, maar daarnaast is de bouw van flats niet alleen nodig voor de vraag naar woonruimte, maar ook goed voor de stad. Dat zegt directeur-bestuurder Martine Visser van Centrada, veruit de belangrijkste exploitant van sociale huurwoningen in Lelystad. Ze reageerde maandagavond in het programma 'Van Rhijn praat bij met...' op de kritiek, geventileerd op een Facebookpagina van Radio Lelystad, dat de corporatie te veel mee zou gaan met de gemeente in de ontwikkeling van het centrum.
Directe aanleiding was de bouwstart van Spoordok, een appartementencomplex tussen het station en Hanzepark. “Ontwikkelingen in het centrum? Daar wordt alleen maar gedacht aan appartementen bouwen, niet aan de winkels om het centrum ook centrum te laten blijven! Bovendien worden er dan ook gezinnen geplaatst in de appartementen in het centrum. Ik woon er zelf ook met mijn zevenjarige mannetje. Waar kan hij spelen? Geen speeltuin in het centrum... Alleen maar in de omliggende wijken,” schreef een moeder.
Maar allereerst is juist de komst van bewoners naar het centrum van belang voor de ontwikkeling van dat centrum, betoogt Visser. Mensen zijn namelijk nodig om investeerders te interesseren in winkels en andere voorzieningen en zonder die investeerders komen die winkels er niet. De aanwezigheid van mensen trekt mensen, bewoners trekken ook weer andere mensen 'die bijvoorbeeld even een terrasje pakken'. Zo ontstaat een levendig gebied, dat ook investeerders trekt, is de overtuiging van Visser. Inzetten op dichtere woningbouw in het centrum is naar haar idee dan ook 'een verstandige keuze'.
Vraag naar kleine woningen
Bovendien neemt de gemiddelde grootte van huishoudens af en daardoor is er vraag naar kleinere woningen. Dat maakt nauwkeurig afwegen van keuzes nodig. De dag na de bouwstart van Spoordok was die van zeventig eengezinswoningen in Groot Nooten, Warande. “Meer dan de helft van al onze woningzoekenden zijn huishoudens met één of twee personen. Daarom hebben we de laatste jaren vooral hoogbouw gerealiseerd. Ik ben blij dat we in Groot Nooten ook woningzoekenden met een groter huishouden iets nieuws kunnen bieden,” zei Visser bij die gelegenheid. “We blijven ons ook de komende jaren inzetten voor het bouwen van kwalitatieve en betaalbare woningen voor alle doelgroepen,” beloofde ze aansluitend.
Ruimte voor groen
Landelijke experts, onder wie de opstellers van de jaarlijkse ABN Amro-woningmarktmonitor, bevestigen de vraag naar kleinere woningen. Wel stellen ze voor, behalve naar hoogbouw ook te kijken naar kleine woningen op de begane grond, maar daar toonde Visser zich maandagavond geen voorstander van. Die aanpak vergt namelijk meer grond per wooneenheid en ook in Lelystad wordt grond schaarser. “We ervaren de druk vanuit de randstad om heel veel menen te huisvesten. Waar we gewend waren dat we in Lelystad heel veel ruimte hadden, maken we nu keuzes.” En juist het efficiënte grondgebruik door hoogbouw maakt het mogelijk daarbij ruimte voor groen te houden, en daarmee het groene karakter waar Lelystad zich op laat voorstaan, is de gedachte.
Bijlmermeer
Belangrijk is wel dat rond die hoogbouw een leefbare omgeving ontstaat, betoogt Visser. Daarom is in Hooghe Bomen, de nieuwe wijk bij het politiebureau, gekozen voor een groene zone, die wel toegankelijk is voor verkeer, maar niet voor doorgaand verkeer: je kunt overal met de auto komen, maar je gaat er langs dezelfde weg weer uit. Wel zijn er doorgaande fietspaden. Dat moet zorgen voor een buurt die enerzijds groen en rustig is, maar aan de andere kant ook levendig, zodat de sociale onveiligheid van oude groene flatwijken als de Bijlmermeer wordt voorkomen.
Hoe dan ook zijn er de komende jaren veel meer woningen nodig. Centrada bouwt in overleg met de gemeente wat het bouwen kan, gelet op beperkingen als stikstof en beschikbare kavels. Visser verwacht jaarlijks tussen de twee- en driehonderd uit te komen, misschien wat meer met het nieuwe stadsdeel Zuiderhage.
Wachtlijsten
Nu al zijn er wachtlijsten, al heel lang, niet alleen van nieuwkomers, ook van mensen uit Lelystad zelf. Centrada spreekt zelf van inschrijflijsten. Op dit moment staan er meer dan 21.000 woningzoekenden ingeschreven. Gemiddeld duurt het nu een jaar of drie vier eer je aan de beurt bent voor een huis van Centrada. Dat is de tijd vanaf de eerste reactie op het woningaanbod tot het moment van het tekenen van het huurcontract.
Dat gemiddelde lijkt nog veel langer als je naar de lijsten kijkt, maar dat komt doordat mensen zich alvast inschrijven voor ze echt een huis nodig hebben, zegt Visser. Je kunt mensen hebben die al twintig jaar staan ingeschreven, maar die inschrijfduur geeft een vertekend beeld. Die effectieve zoekttijd moert terug naar twee jaar, deels door nieuwbouw en deels door betere doorstroming. tussen dat mensen gericht gaan zoeken en de toewijzing, is twee jaar.
De toewijzing gaat niet puur op volgorde. Een deel van het bestand wordt verdeeld over groepen die om uiteenlopende redenen snel onderdak moeten hebben, zogeheten spoedzoekers. Dat zijn onder anderen mensen die door huiselijke conflicten op straat dreigen te komen.
Vluchtelingen
Een aparte categorie, waarover de nodige discussie is, zijn de statushouders, bestuursjargon voor erkende vluchtelingen. Visser begrijpt de ergernis, maar vindt de procedure toch correct. “Tien procent van onze huizen is voor erkende vluchtelingen. Dat kun je veel vinden, maar dat zijn wel mensen die al een strenge procedure hebben doorlopen en die ook daarna al vele jaren hebben moeten wachten in een asielzoekerscentrum, doordat er geen doorstroming is. Ook deze mensen krijgen niet zomaar een huis. Ook zij zijn inwoners van Nederland die lange tijd op een huurhuis wachten. Maar natuurlijk is het altijd vervelend als jij aan de beurt zou zijn, maar nu iemand uit een urgente groep dat huis krijgt.”
Het gesprek is nog te beluisteren via onze site.